In oorlogstijd verbleven bij weduwe en pensionhoudster Francisca Bouman-Glaser de gasten Jette Freudenberger, weduwe van L. Kahn en haar zoon Fritz Kahn. Zij kwamen van het dorp Gleicherwiesen, dat zo’n 100 km ten oosten van Frankfurt am Main ligt.
De Hoofdcommissaris van Politie te Arnhem verzocht opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Francisca Bouman-Glaser, pensionhoudster, van Bernard Bouman, van Sonja Lea Krant-Bouman, zonder beroep, van Irene Bouman, en van Jette Kahn-Freudenberger, allen wonende aan de Zijpendaalscheweg 53a te Arnhem. Zij werden ervan verdacht van woonplaats te zijn veranderd zonder de daartoe vereiste vergunning te hebben verkregen. Met deze omschrijving werden joden aangeduid die waren ondergedoken. Algemeen Politieblad, nr 36, 10 september 1942, 1027, bericht 1903.
Evenzo werd op 8 oktober Fritz Kahn gezocht.
De families waren ondergedoken in Wageningen. Francisca, Bernard, Jette en Fritz op één adres en Sonja Lea en Irene met 3 anderen (waaronder Hanna Huisman en Jacob Salomon) op een ander adres. In de avond en nacht van 2 op 3 april werden tijdens invallen van de rechercheurs Maarten Spaans, Lezeman en Dusschoten van de documentatiedienst te Den Haag, alle 9 onderduikers gearresteerd en overgebracht naar het politiebureau aan de Rijksstraatweg waar zij op last van de commissaris van politie Versteeg werden ingesloten. In de ochtend van 3 april om 12.30 uur vertrokken de rechercheurs met de negen arrestanten naar Scheveningen.
Zie: http://www.wageningen1940-1945.nl/namen/onderduikers/
Zij zijn allen gelijktijdig omgebracht op 16 april 1943 in Sobibor.