Carolina van der Giessen, dochter van Samuel van der Giessen en Elisabeth Jacob, trouwde op 29 November 1905 in Dordrecht met Hartog den Hartog, één van de zeven kinderen van Simon den Hartog en Steintje den Hartog uit Heerjansdam. Zelf kregen Carolina en Hartog één dochter, Elisabeth Steintje, die in 1906 in Breda is geboren.
Haar man Hartog, koopman van beroep, die in zijn toenmalige woonplaats op 25 November 1926 in Utrecht is overleden, had één zus, Marianna, die de oorlog heeft overleefd. Zijn zuster Sara overleed in 1942 in Rotterdam, maar zijn zussen Anna en Henriette en zijn broers Abraham en Elias zijn tijdens de Sjoa vermoord.
Na het overlijden van haar echtgenoot, verhuisde Carolina naar Amsterdam waar zij op 31 Juli 1928 woonde in de Vechtstraat 75 II. Op 28 Juli 1936 verhuisde zij naar het adres Sarphatistraat 90 III waar in 1938 ook haar schoonzoon Abraham Frank met zijn vrouw als jonggehuwden kwamen wonen en waar Carolina's beide kleinkinderen zijn geboren. Op dit adres woonde Carolina met het gezin van haar dochter tot de deportatie.
Volgens haar registratiekaart van de Joodse Raad is zij op 23 Maart 1943 in Kamp Westerbork geregistreerd waar zij moest verblijven in barak 85. Zij werd op 13 April gedeporteerd naar Sobibor waar zij bij aankomst op 16 April 1943 direct werd vermoord.
Website www.wiewaswie.nl, huwelijk Carolina van der Giessen met Hartog den Hartog; Het Utrechts Archief, overlijdensakte Hartog den Hartog nr. 1581 dd 26-11-1926; Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Carolina van der Giesen en Abraham Frank en het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Carolina den Hartog-van der Giessen.