Sophia Zeehandelaar, dochter van Marcus Samson Zeehandelaar en Dina Noach, trouwde met Izak Lievendag, een zoon van Levie Lievendag en Betje Lievendag en woonden op de Boterweg 34 in Den Bosch. Op 22 Februari 1940 werd daar hun zoontje Max Henri geboren.
Op 31 Juli 1942 werd Sophia’s echtgenoot Izak Lievendag gevangen genomen en vastgezet in het ‘Polizei- und Untersuchungsgefängnis Lager Haaren, het door de Duitsers in 1941 gevorderde vroegere ‘Groot Seminarie ’s-Hertogenbosch. Izak werd vandaar via Kamp Amersfoort doorgestuurd naar Mauthausen, waar hij op 16 November 1942 werd vermoord.
Sophia en haar zoontje worden pas op 28 November 1942 in Lager Haaren gevangen gezet en beiden worden op 4 December naar Kamp Westerbork gestuurd. Sophia’s zoontje Max Henri blijkt volgens aantekeningen op haar registratiekaart van de Joodse Raad “een doktersgeval” te zijn. Op 11 December ligt hij nog in barak 5 (het ziekenhuis).
Op 14 December krijgt Sophia het bericht dat haar man in Mauthausen is “overleden” en de Joodse Raad in Den Bosch bevestigt dat bericht nog eens op 18 December 1942. Op 22 December verbleef Sophia in barak 67, totdat zij met Max Henri op 23 Februari 1943 werden gedeporteerd naar Auschwitz waar Sophia en haar zoontje direct bij aankomst op 26 Februari 1943 zijn vermoord.
Website www.wiewaswie.nl; archief Joodse Raad, registratiekaarten Sophia Lievendag-Zeehandelaar, Max Henri Lievendag en Izak Lievendag; website Gedenkplaats Haaren, http://gedenkplaats-haaren.nl/gevangenen-gijzelaars/joden/.