Verhaal

Na vertrek werd huis bordeel

Duitse bezetter vestigde "puff" in woning van Pinkhof aan Soembastraat

Na het gedwongen vertrek van het Joodse kunstenaarsgezin Pinkhof uit Den Helder hebben de Duitsers hun woning aan de Soembastraat 7 in gebruik genomen als bordeel voor militairen van de Wehrmacht. Dat meldt een lid van de familie Carstens-Raven die na de bevrijding het huis betrok. Het is een staaltje van wrede onverschilligheid waarmee de bezetter met de burgerij van Den Helder om ging. De Wehrmacht maakte van die woning een “puff” zoals de Duitsers een bordeel noemen. Dat er in de Soembastraat ook een Wehrmachtbordeel was, is nieuw voor Jan van Tongeren, kenner van de Helderse geschiedenis in de Tweede Wereldoorlog. “Er was een officieel militair bordeel aan de Weststraat 85. Het heette “Zum blauen Maus”. Bekend is dat gevorderde woningen werden benut als bordeel voor officieren. Die hoefden dan niet met hun ondergeschikten naar dezelfde “puff”, zegt Van Tongeren.

Die nieuwe bestemming van het woonhuis aan de Soembastraat begon na het gedwongen vertrek van het gezin Pinkhof eind 1940. De Joodse docent raakte in November van dit jaar zijn baan op de Ambachtsschool kwijt en moest de stad uit.

Joden mochten niet in de strategisch belangrijke kustzone wonen. Het gezin verhuisde naar Oudesluis, een dorp tussen Anna Paulowna en Schagen, waar bovenmeester Jippes onderdak bood.  “Pinkhof woonde toen bij mijn grootouders” vertelt Daan Jippes. “Bewoners uit Den Helder werden geëvacueerd uit de stad. Zo kwam het gezin Pinkhof in Oudesluis terecht. Wij zijn in het bezit van enkele schilderijen van Pinkhof”, zegt hij.

Oudesluis was een tussenstation voor de verdreven familie. Leo Pinkhof werd geboren in Amsterdam en keerde in September 1941 terug naar de hoofdstad. In Amsterdam kreeg hij een baan op de A.B. Davidschool. Daarnaast pakte Pinkhof zijn werkzaamheden als artiest en ontwerper weer op. Lange tijd heeft Pinkhof gehoopt dat hij van de Duitsers naar Palestina mocht emigreren. Hij beschikte over papieren die recht gaven op emigratie, in het geval van een gevangenenruil met de geallieerden. In 1943 bleek dat ijdele hoop te zijn.

Het gezin werd in Juni van dat jaar naar Kamp Westerbork gestuurd. Na een verblijf van een maand in Drenthe werden het echtpaar en de vier kinderen op transport gesteld naar het vernietigingskamp Sobibor in Polen. Op 20 Juli 1943 werden allen daar omgebracht.

Na de Tweede Wereldoorlog is de familie Carstens in het huis aan de Soembastraat 7 getrokken. Roland Raven is kleinzoon van Johan Carstens. “Mijn opa was goed bevriend met Leo Pinkhof” zegt Raven. Pinkhof had daarom aan Carstens gevraagd of hij op diens onroerend goed wilde letten. Behalve het huis aan de Soembastraat was er ook een pand aan de Ruyghweg in het bezit van de kunstenaar. Raven verteld dat het Duitse gebruik van de woning aan de Soembastraat sporen heeft nagelaten: “Achter de bank in de erker werden Duitse condooms gevonden”.

Bron:  Helderse Courant 20 Juni 2017. Tekst: Arie Booy, journalist. Foto: George Stoekenbroek

Alle rechten voorbehouden