Verhaal

Door: Corrie

Leidsche dovenvereniging

David zat van 1 september 1921 tot 1 september 1932 op de Amsterdamse dovenschool. Volgens ooggetuigen was David een bijdehandse jongen: “koppie, koppie”.

Volgens de gegevens van de school was zijn vader kleermaker van beroep.

 

David had dove ouders: Meijer Daniëls en Roosje Roodveldt, en een dove zus: Sara DaniëlsOok zijn oom Joseph Daniëls was doof.


David ging in 1932 naar de Vakschool voor bankwerkers en smeden, van waar er gunstige berichten over hem werden ontvangen. In 1933 wordt vermeld dat er een “waarlijk schitterend rapport omtrent Daaf Daniëls” ontvangen was van de ambachtsschool Westerstraat. In 1935 staat vermeld dat David, door de vriendelijke hulp van dr. C.A. Crommelin, geplaatst is op de school voor instrumentmakers te Leiden. De voorlopige berichten waren gunstig, op de avondschool was hij al overgegaan van de derde naar de vierde klasse.
Op 23 juni 1937 wordt vermeld dat David vanuit Leiden bericht stuurde dat hij geslaagd was voor het eindexamen Wiskunde. In 1939 is er bericht dat David in de kerstvakantie een praktische cursus in het glasblazen mocht volgen bij het Laboratorium der Bataafsche Petroleum-Maatschappij te Amsterdam. In 1939 slaagde David in het Kamerlingh Onnes Laboratorium in Leiden voor het examen leerling-glasblazer. Hij vond per 30 oktober een nieuwe werkkring, instrumentenhandel Sam Kipp te Amsterdam.

Media bestand