Verhaal

Door: Corrie



schooltuin dovenschol Rotterdam

Levie ging van 3 september 1929 tot het schooljaar 1935 naar de Rotterdamse dovenschool.

Volgens de gegevens van de school werkte zijn vader in een emaillezaak en was zijn moeder koopvrouw van beroep.

Volgens ooggetuigen had Levie zwart haar, blauwe ogen en een grote neus. Hij keek nooit vriendelijk en lachte nooit, bovendien praatte hij niet zoveel. Hij kon goed schaken.

Levie dacht dat hij in Duitsland ging werken en dan gewoon terug zou komen.

Levie behoorde tot transportnummer 59. Dit transport vertrok op 20 april 1943 uit Westerbork en kwam op 23 april 1943 in Sobibor aan. Het transport bevatte 1166 gedeporteerden, waaronder 182 kinderen.

Levie staat in het boek In Memoriam vermeld op pagina 438, zonder foto.

Levie Koster was geen familie van Aäron Koster, Mathilda Koster en Rachel Koster, die allen ook doof waren.

Herinneringen van Wim Lindenhof, klasgenoot
Levie woonde samen met zijn ouders, zus en drie broers op de Helmerstraat 25 in Rotterdam (hun eerste adres). De Helmerstraat was een zijstraat van de Ammanstraat, waar de dovenschool stond. De Helmersstraat werd aan het begin van de Tweede Wereldoorlog op 14 mei 1940 door Duitse bommenwerpers helemaal verwoest. In de straat, die uitkwam op de Kruisstraat, woonden veel joodse kooplieden. Hoewel Rotterdam nooit een echte joodse buurt heeft gehad, hadden sommige straten – zoals de Helmerstraat – een uitgesproken joods karakter. Levie woonde later samen met zijn ouders, zijn zus Aaltje en zijn drie broers Mozes, Barend en Izaäk op hun tweede adres, de Vlaggemanstraat 36a in Rotterdam.

Media bestand