Twee wetten zijn in Neurenberg geformuleerd. De eerste is de ‘Wet ter bescherming van Duits bloed en Duitse eer’, die het joden verbood huwelijken te sluiten of sexuele relaties te onderhouden met Duitsers. Huwelijken tussen joden en Duitsers werden onwettig verklaard. De tweede wet ‘De Rijks burgerschapswet’, ontnam joden hun burgerrechten, zodat zij geen aanspraak konden doen op bescherming van de grondwet. Daarnaast werden joden in overheidsposities uit hun functie ontheven.
Aan de Neurenberger wetten ligt de nazi-ideologie ten grondslag, die er vanuit gaat dat er verschillende rassen bestaan. De rassen zouden kenmerkende fysieke, psychische en sociale eigenschappen bezitten. Het zogenaamde ‘joodse ras’ was volgens de nazi’s inferieur aan het Duitse, of Arische, ras. Om te bepalen wie joods was werd gekeken naar het aantal joodse grootouders. (Zie verder bij jood).
Begrip
Neurenberger rassenwetten
Rassenwetten, in september 1935 door de NSDAP afgekondigd in Neurenberg.