Josep Blitz was een zoon van Hartog Blitz en Sientje Wijnberg. Zijn vader overleed op 6 Juli 1939 en is begraven op de Joodse Begraafplaats te Muiderberg. Zijn moeder overleed in de oorlog in Amsterdam, op 2 Januari 1942. Haar begraafplaats is niet geregistreerd. Zijn vader Hartog kwam uit een familie met negen kinderen, waarvan zijn oom Levie en tante Fijtje eveneens in de Sjoa zijn vermoord.
Joseph was ongehuwd; hij werkte als bediende in een warenhuis en ook is zijn beroep geregistreerd als boekhouder. Volgens zijn registratiekaart van de Joodse Raad, werd hij op 2 October 1942 op transport gesteld naar Auschwitz. Dat was het eerste transport wat via een spooraansluiting vanuit Kamp Westerbork kon vertrekken. 160 personen tussen de 15 en 50 jaar werden gedwongen de trein in Kosel verlaten, ca 80 km westelijk van Auschwitz, om als dwangarbeider in de omliggende kampen tewerk gesteld te worden. Het resterende transport ging verder naar Auschwitz.
Joseph was toen 35 jaar en het is nagenoeg zeker gebleken dat hij heeft behoord tot één van die 160 personen die in Kosel de trein hebben moeten verlaten. Hij kwam uiteindelijk terecht in het werkkamp Schöppenitz in Polen, waar hij ruim een jaar nadat hij op transport gesteld werd, om het leven is gekomen. Zijn overlijdensdatum is vastgesteld als 31 October 1943.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Joseph Blitz en Sientje Wijnberg; website Akevoth/Mokum/Burial Permits, betreffende Hartog Blitz; Lijst met Jodentransporten vanuit Nederland, betreft het transport van 2 October 1942; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Joseph Blitz en verdere informatie over het werkkamp Schöppenitz, zie https://www.joodsmonument.nl/nl/page/548175/werkkamp-schoppinitz.