Emmy Sigrid Alida Winther (Jetje), in 1909 geboren in Rotterdam, was een dochter van Christian Valdemar Winther en Alida Vreeland. Zij trouwt op 23 December 1930 in Antwerpen met Isaak de Groot, geboren op 15 Juni 1902 in Delft als zoon van Abraham de Groot en Jetje Alter. Na hun huwelijk wonen zij in de Van Erstenstraat 15 in Deurne (Antwerpen).
Uit het Antwerps Vreemdelingen Dossier is gebleken dat Emmy Winther ten tijde van de geboortes van haar dochter officieel werd uitgeschreven van de Van Erstenstraat naar Het Moederhuis in de Vinkenstraat 50 in Antwerpen, een kraamkliniek uit 1905 en dat zij bij het verlaten daarvan opnieuw werd ingeschreven op haar huisadres. De meldingen daarvan door de Commissie van den Openbaren Onderstand Antwerpen hadden als onderwerp: “Bericht van Vertrek van een Vreemdeling”.
In Het Moederhuis zijn haar beide dochters geboren: Henriette op 15 December 1932 en Alida op 21 Februari 1934.
Emmy de Groot-Winther en haar dochters Henriette en Alida worden op 26 September 1942 met Konvooi 11 vanuit Mechelen naar Auschwitz gedeporteerd. Dit konvooi omvatte 1742 personen waaronder 523 kinderen en arriveert op 28 September in Auschwitz. Bij aankomst worden 1398 personen onmiddellijk vermoord. Echter de overlijdensdatum voor Emmy Sigrid Alida de Groot-Winther is vastgesteld op 30 September 1942 en het is derhalve aannemelijk dat Henriette en haar zus Alida eveneens op 30 September om het leven zijn gebracht.
Het Memoriaal van de Deportaties van de Belgische Joden schrijft hierover onder andere: De op 16 September aangevatte inschrijvingen eindigen op 25 September aan de vooravond van het vertrek. Het duurde dus 10 dagen om het aantal te deporteren personen te verzamelen. Zij moeten onder dwang zijn aangevoerd, de Joden zijn al ondergedoken. In Antwerpen lopen tussen 23 en 25 September meer dan 100 personen in de val aan de rantsoeneringsbureau’s op de Meir waar zij hun rantsoenzegels komen ophalen. De valstrik van de SS-agenten en hun Vlaamse collega’s houden alle personen aan waarvan de identiteitskaart afgestempeld is met “Jood-Juif”en met de kleine ster die zij in Juni hebben opgehaald bij het gemeentebestuur. Vanaf de eerste dag worden in Mechelen 162 personen ingeschreven voor het 11e konvooi wat de volgende dag vertrekt en op 28 September in Auschwitz aankomt. Zowat 80% van de gedeporteerden (1398 personen) wordt onmiddellijk vermoord. 344 personen worden nog ingeschreven in het eigenlijke kamp waarvan slechts 34 van hen de gevangenschap in de nazikampen zullen overleven.
Bronnen: Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Christian Valdemar Winther; Het Antwerps Vreemdelingen Dossier nr. 189717, image 716-729; Het Moederhuis Antwerpen, website https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/7727 en het Memoriaal van de Deportatie van de Belgische Joden, o.a. blz. 26 en een toevoeging van een bezoeker van de website.