Joseph Vigevino was (markt)handelaar in kledingstoffen. Hij was getrouwd met Sophia Rosa Vigevino-Levij. Met hun drie kinderen Eddy, Anny en Hans woonden ze aan de Nieuwe Kerkstraat 22b. Een oud-buurjongetje herinnert zich: “De jongste zoon van de familie, Eddie, was iets ouder dan ik en speelde met ons mee. Allerlei straatspelletjes. Heel goede herinneringen. Dat spelen was altijd tot acht uur in de avond; dat was de tijd dat er geen mens meer op straat mocht zijn. Op een gegeven moment moesten de Joden eerder binnen zijn dan de andere Nederlanders. Ik herinner mij heel goed dat wij kinderen uit solidariteit dan ook naar binnen gingen. Eddie naar binnen, wij dan ook.”
De familie Vigevino dook op 1 augustus 1942 onder in het Brabantse Ginneken. Op 9 april 1943 deed de Duitse politie een inval en nam de gastheer mee. Joseph was gewaarschuwd en wist te vluchten, terug naar Rotterdam. Moeder en kinderen verbleven ongeveer een week bij de bevriende familie Mostert. Op een gegeven dag zetten Duitse militairen de Ribeslaan af, aan beide zijden stonden militairen met geweren in de aanslag. Moeder Vigevino zag vanuit het zolderraam de Duitsers en besloot zichzelf aan te geven om zo te voorkomen dat tegen de familie Mostert represailles zouden worden genomen.
Schreeuwend van angst liep ze met haar kinderen naar de Duitsers met een zakdoek voor haar mond proberend het geluid te dempen. Joseph, die ergens anders verbleef, meldde zich ten einde raad bij de politie op het bureau Oostervantstraat in Rotterdam. Vanuit Westerbork stuurde Hans Vigevino op maandag 19 april nog een kaartje naar zijn vriend Rien Mostert: “We zijn hier Zaterdag aangekomen en maken het goed. Wij weten niet of wij nog eens kunnen schrijven want wij mogen maar eens in de 14 dagen schrijven, hoogstwaarschijnlijk gaan wij dinsdag verder. Als jullie eens wat levensmiddelen over hebben kunnen jullie dat best sturen en houden wij ons aanbevolen, je kunt wel aan Loes vragen. Ik eindig met de allerhartelijkste groeten en bij voorbaat onze hartelijke dank. Rien ik houd je aan je woord en eindig met een groet van Hans. Hans Vigevino, barak 65, Lager Westerbork.” Op 27 april 1943 zijn ze afgevoerd en in de gaskamers van Sobibór op 30 april vermoord.
Bron: WesterborkPortretten