Verhaal

Rose Jakobs

Door: Robby

Rose Jakobs was de dochter van Aaron en Frieda Jakobs. Rose was deel van een tweeling. Samen met haar broer Martin werd ze geboren op 4 mei 1925, twee jaar later werd haar zus Edith geboren en in 1934 haar broer Bert. De familie Jakobs was een traditioneel Joodse familie. Er werd Sjabbat gehouden en de familie ging regelmatig naar de synagoge. Alle Joodse feestdagen werden gevierd en op zondag kregen de kinderen Joodse les. In 1938 vluchtte het gezin Jakobs uit Oldenburg in Duitsland naar Nederland.
In maart 1940 kwam de familie in Den Bosch terecht. Rose was een zeer intelligent meisje dat op school in alle vakken uitblonk. Vanaf 1941 volgde ze lessen aan het speciaal voor Joodse leerlingen ingerichte Joods Lyceum in Den Bosch, aangezien het Joodse leerlingen verboden was nog langer de eigen school te bezoeken. Rose heeft daar het derde jaar HBS kunnen afmaken.
Toen Rose en Martin op 16-jarige leeftijd de oproep kregen om in een werkkamp tewerkgesteld te worden, besloot het gezin onder te duiken. De onderduiktijd was moeilijk. Het eerste jaar zat Rose ondergedoken in Nijmegen bij een familie in een groot oud herenhuis van vier verdiepingen, samen met haar oom en tante en een neef. Toen het daar te gevaarlijk werd kwam ze bij de rest van het gezin in Beek, vlakbij Nijmegen. Rose hield van handwerken, lezen en leren. Samen met haar zus leerde ze Engels voor als de bevrijders zouden komen. Op 17 september 1944 begon de slag om Arnhem en lag Beek in de frontlinie. De onderduikgevers werden geëvacueerd, maar omdat de familie Jacobs geen vals papieren had, konden zij niet mee. Vier dagen zaten ze vast in de kelder, waarna ze naar een ander huis vluchtten. Tegenover dit huis was een eerste hulp post voor gewonde militairen. Rose en haar zusje Edith boden hun hulp aan. Op 2 oktober sloeg het noodlot toe. Rose en Edith staken over naar de eerste hulp post, toen een splinterbom bij hen neerkwam. Rose werd dodelijk getroffen. Ze werd begraven in een bos in de omgeving. Na de oorlog kreeg ze een graf op de Joodse begraafplaats in Nijmegen. De dagboeken die Rose in de oorlog bijhield werden in 1999 uitgegeven door haar zusje Edith, onder de titel: De Roos die nooit bloeide.

Bron: WesterborkPortretten

Alle rechten voorbehouden