Verhaal

Het gezin Cutzien-Polak

Door: Robby

Catharina Polak is geboren op 13 juni 1912 in Den Haag. Ze was de dochter van Isaac en Sippora Polak. Toen ze bijna 24 jaar was trouwde Catharina met Aron Cutzien (zich noemende: Krukziener). Hij woonde in Zwolle en had een juwelierswinkel. Dit huis stond naast het pand van Palthe dat op de foto te zien is. Op 7 januari 1938 kregen Aron en Catharina een dochtertje. Ze werd Judith Sippora genoemd, naar haar twee grootmoeders.

De oorlog begon, Joden werden gepest, ook Aron en Catharina kregen het moeilijk. Dat blijkt wel uit een verhaal. Dhr. Krukziener had een gouden ring verkocht aan ene Duitse wachtmeester. Deze wachtmeester bracht de ring kort daarop terug en wou zijn geld terug. Krukziener gaf hem dit. Vervolgens werd hem opgedragen iedere keer wanneer er een Duitser binnenkwam te zeggen: “Ik ben een Jood”. In een brief aan de commissaris van de koningin in Overijssel deelt burgemeester van Walsum mee dat hij hem dit verboden heeft. Ook geeft hij te kennen dat hij de Joodse opperrabbijn gebood niet aan dergelijke opdrachten gehoor te geven.

Op 24 april 1941 moet het gezin Krukziener fietsen inleveren. Dat moeten ze doen samen met de andere mensen, die een achternaam hebben ‘tussen de A en de I’. Catharina heeft alleen een damesfiets in goede staat ingeleverd. Later mochten de Joden maar op gezette tijden zwemmen in het zwembad, want Joden en ‘gewone mensen’ mochten niet meer samen zwemmen.

Catharina krijgt in 1942 te maken met een groot verlies. Aron Krukziener overlijdt op 24 april 1942. Hij is niet door de Duitsers vermoord, maar door natuurlijke oorzaken overleden. Nu is Catharina dus weduwe in deze moeilijke oorlogstijd met haar 3 jarig dochtertje. Ze duikt onder. Onbekend is waar dat was. Op 12 januari 1944 is ze opgepakt en naar kamp Westerbork gestuurd. Hier kwam zij samen met Judith in een speciale strafbarak. Daar moesten ze in, omdat ze ondergedoken waren geweest. Op 25 januari zijn Catharina en Judith met 947 andere mensen op transport gezet naar Auschwitz. Toen ze daar aankwamen zijn ze direct vermoord op 28 januari 1944.

Bron: WesterborkPortretten

Alle rechten voorbehouden