Philine was vanaf eind jaren 30 correspondente export bij de essencefabriek Polak & Schwarz. Zij was de dochter van Emanuel Cohen en Veronica Cohen-Cohen.
Philine woonde en werkte tussen 1919 en 1928 als kantoorbediende in Amsterdam. Daarna verhuisde ze naar Arnhem. Ze verbleef een tijd in Wenen, tot februari 1936. Begin maart 1936 woonde ze met haar moeder in de Amsterdamse Schubertstraat 2. Beiden beleden geen godsdienst. Philine werkte als correspondente bij de firma Jonker. Gedurende oktober 1938 waren moeder en dochter in Zandvoort (Brederodestraat 106). Terug in de hoofdstad werd hun adres Jan Luijkenstraat 68. Pas na die tijd is Philine bij Polak & Schwarz gaan werken.
Philine had tijdens de oorlog als adres Jan van Eyckstraat 29 I. Niet lang na de grote razzia’s van 26 mei 1943 werd ze naar Sobibór gedeporteerd en daar op 11 juni 1943 vergast.
Haar moeder was al eerder om het leven gebracht. Zij woonde tijdens de oorlog bij familie in Arnhem en dook met hen onder. Het Algemeen Politieblad vroeg op 17 september 1942 om haar opsporing. Op 12 oktober 1942 werd Veronica Cohen in Auschwitz vergast.
Bron: Joods Monument Zaanstreek