Simon Prins was een zoon van Joseph Nathan Prins en Saartje Drukpers. Op 10 Februari 1904 trouwde hij in Amsterdam met Rosa Helmstadt, een dochter van Joseph Helmstadt en Roosje Zeehandelaar. Ze kregen twee kinderen, t.w. Reina in 1904 en Joseph in 1914. Reina overleed echter op 6 November 1915 en is begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen. Joseph verloor zijn leven tijdens de Sjoa net als zijn ouders, die in Sobibor vermoord zijn.
Na hun huwelijk woonden Simon Prins en zijn vrouw Rosa in de Recht Boomssloot 10 1-hoog. Van beroep was hij korte tijd bode maar hij was hoofdzakelijk bekend als koopman. Na nog zeker zeven of acht keer te zijn verhuisd in Amsterdam, werd het gezin op 23 Mei 1939 ingeschreven op het adres Plantage Parklaan 9B i-hoog.
Per 10 Juni 1940 verhuisden zij naar de Joodse Invalide op het Weesperplein 1 in Amsterdam, van waar zij op 6 Mei 1943 werden afgevoerd naar Westerbork. Daar verbleven zij tot 11 Mei in barak 55 en werden toen op transport gesteld naar Sobibor. Bij aankomst daar op 14 Mei 1943 werden Simon Prins en zijn vrouw Rosa Prins-Helmstadt direct vermoord.
Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart en archiefkaart Simon Prins, archiefkaart Rosa Helmstadt; website Akevoth/Mokum/Burial Permits/Reina Prins; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Simon Prins en Rosa Helmstadt.