Salomon Kloot, geboren in 1904 in Amsterdam, was een zoon van Hartog Kloot en Saartje van der Kop. Hij trouwde op 29 September 1937 in Amsterdam met de 10-jaar oudere Alida Mossel, een dochter van Emanuel Mossel en Jansje Wonder. Het echtpaar Kloot had geen kinderen.
Salomon woonde met zijn ouders vooralsnog in Hilversum maar kwamen op 23 Januari 1909 naar Amsterdam, waar de familie Kloot in de Vrolikstraat 303 III woonde. Salomon woonde al op zichzelf in de Rijnstraat 37 maar nadat hij in 1937 met Alida Mossel gehuwd was, trokken ook zij naar de Vrolikstraat 303 III.
Op 3 Januari 1939 verhuisden Alida en Salomon naar de Saffierstraat 14 I in Amsterdam, waar op de 2e etage Alida’s zus Hendrika Mossel met haar man Izaak Gaarkeuken woonde, als óók haar andere ongehuwde zuster Elisabeth Mossel én Petronella Wonder, een zuster van hun moeder Jansje Wonder. Maar op 23 Mei 1940 verhuisden Salomon en Alida nogmaals, nu naar de Kribbestraat 33 hs.
Salomon Kloot was kleermaker van beroep en werkte bij de textielfabriek Hollandia Kattenburg. Daar werd hij op 11 November 1942 met alle andere Joodse werknemers weggevoerd in totaal 367 personeelsleden. Een deel van de Joden bij Hollandia Kattenburg, 130 personen, werden door de SS-er Rauter verdacht gemaakt en wegens zogenaamde sabotagedaden gearresteerd en naar de strafgevangenis van Scheveningen gebracht. Daar werden ze zo mishandeld dat ze hun “misdaden” bekenden, hoewel zij ze niet gepleegd hadden. Onder die valselijk beschuldigden bevond zich ook Salomon Kloot.
Salomon Kloot werd vanuit de gevangenis in Scheveningen op 26 November 1942 naar Westerbork afgevoerd, van waar hij op 30 November 1942 op met het zogenaamde Kattenburg transport naar Auschwitz gedeporteerd werd. Dit transport echter stopte in Kozel, ± 80 km westelijk van Auschwitz, waar 170 mannen tussen 15 en 50 jaar gedwongen werden de trein te verlaten. Zij werden daar in de omliggende satellietkampen van Auschwitz als dwangarbeider te werk gesteld. Vermoedelijk was Salomon Kloot één van deze 170 personen, Hij is – vermoedelijk door ziekte of ontbering, uiteindelijk op 28 Februari 1943 in de omgeving van, of in Auschwitz om het leven gekomen.
Salomon’s vrouw Alida Mossel bleef op 11 November 1942 alleen achter in de Kribbestraat 33 hs. Op 18 Mei 1943 is zij echter nog verhuisd naar het Daniel Willinkplein 9 I (het huidige Victorieplein), waar “Pension Cohen” gevestigd was en onder leiding stond van Rosalie Cohen-Cohen, die met haar gezin op hetzelfde adres woonde. Van daar is Alida Kloot-Mossel op 17 Juli 1943 afgevoerd naar Westerbork en op 20 Juli met de 19e en laatste trein met meer dan 2200 personen naar Sobibor gedeporteerd en bij aankomst aldaar op 23 July 1943 onmiddellijk vermoord.
Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten Hartog Kloot en Salomon Kloot, archiefkaarten, Salomon Kloot en Alida Mossel; woningkaart Daniel Willinkplein 9/Victorieplein Amsterdam; website Joods Amsterdam/Hollandia Kattenburg; Lijst Jodentransporten vanuit Nederland; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Salomon Kloot en Elisabeth Kloot-Mossel.