Biografie

Het lot van het gezin van Jacob Aardewerk

Feitje Korper, een dochter van Meijer Korper en Duifje Roodveld, trouwde op 25 Augtustus 1923 met de weduwnaar van Gesina Susanna Wiebosch, Jacob Aardewerk, een zoon van Mozes Aardewerk en Rebekka van Coevorden. Gesina Wiebosch overleed op 6 December 1922 en zij had met Jacob Aardewerk geen kinderen.

Uit het huwelijk van Jacob Aardewerk en Feitje Korper werden vijf kinderen geboren, t.w. Rebekka op 31Maart 1924, Duifje op 24 Februari 1926, Mozes op 1 Augustus 1928, Henriette op 2 November 1930 en als nakomer Joop Aardewerk, die twee maanden voor het overlijden van zijn vader Jacob werd geboren op 8 Januari 1940. Jacob Aardewerk overleed nog vóór de oorlog op 14 Maart 1940 en is begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen.

Enkele maanden na het  overlijden van Jacob Aardewerk, werd Mozes Aardewerk op 15 October 1940  in het Nederlands Israëlitisch Jongensweeshuis Megadle Jethomiem geplaatst, wat gevestigd was aan de Amstel 21. Zijn 2-jaar jongere zus Henriette (Hetty) woonde vanaf 26 Maart 1941 in het Nederlands Israëlitisch Meisjesweeshuis Megadle Jethomoth in de Rapenburgerstraat 171 te Amsterdam. Op 10 Februari 1943 werd het weeshuis door de Duitsers ontruimd en zij werd afgevoerd naar Westerbork. Ook haar broertje Mozes werd op die zelfde datum in Westerbork geregistreerd

Volgens de registratiekaart van Mozes Aardewerk bleek op 11 Februari 1943 vanuit Westerbork, dat zijn oom Wolf Korper en zijn vrouw Maria Hol, die in de Zwanenburgerstraat 6 II in Amsterdam woonden, bereid waren om zowel Mozes als Henriette in huis te nemen; zij waren gemengd gehuwd en daardoor “gesperrt”. Maar op 15 Februari was het antwoord: er bestaat geen mogelijkheid dat de kinderen naar Amsterdam worden teruggezonden zodat het verzoek van familieleden geen resultaat kan opleveren.

Van de webstie Joods Amsterdam: In Westerbork komen de 70 mensen van het weeshuis in de strafbarak terecht, waar ze niet uit mogen. Gelukkig krijgt één van de kinderen vóór de volgende dinsdag (transportdag) roodvonk en gaat de groep in quarantaine maar in maart volgt voor 25 kinderen en 5 leidsters toch het vertrek. 38 kinderen blijven met de directrice in Westerbork. De directrice en de nog overgebleven kinderen gaan enkele weken later alsnog op transport naar Sobibor, op 13 April 1943, waaronder ook Mozes en Hetty Aardewerk. Bij aankomst op 16 April 1943 zijn zij direct vermoord.

Enkele maanden eerder, op 14 Januari 1943, was hun moeder Feitje Aardewerk-Korper samen met haar 3-jarig zoontje Joop in Westerbork geregistreerd, waar zij in de barakken 65 en 63 moesten verblijven. Een week later, op Zaterdag 23 Januari werden beiden gedeporteerd naar Auschwitz, waar zij bij aankomst op 26 Januari 1943 onmiddellijk zijn vermoord.

Rebekka Aardewerk, de oudste dochter van Jacob en Feitje, is vermoedelijk slachtoffer geworden van de razzia van 14 Juli 1942, waarbij 700 Joodse inwoners van Amsterdam zijn opgepakt en in optocht naar de Euterpestraat werden overgebracht. ’s Middags moesten de voorzitters van de Joodse Raad bij de Sicherheitspolizei komen, waar hen te verstaan werd gegeven dat “als deze week niet de 4000 daartoe aangewezen Joden naar de werkkampen in Duitsland vertrekken, zullen de 700 arrestanten naar een concentratiekamp in Duitsland worden overgebracht”.  (‘extra editie’ van het Joodse Weekblad (14 juli 1942).

Rebekka Aardewerk is ten behoeve van de “werkverruiming in Duitsland” op Donderdag 16 Juli 1942 gedeporteerd naar Auschwitz waar zij bij aankomst nog is ingezet om dwangarbeid te verrichten. Het is niet bekend op welke datum exact Rebekka Aardewerk om het leven is gekomen of is vermoord, maar haar officiële datum van overlijden is vastgesteld op 30 September 1942.

Ook de 16-jarige Duifje Aardewerk werd slachtoffer van de door de Duitsers verplicht gestelde “werkverruiming in Duitsland”. Zij werd in de nacht van 19 Juli 1942 afgevoerd naar Westerbork. Ondanks dat trams “beschikbaar” gesteld waren, moesten jongens en meisjes tussen 12 uur en 2 uur ’s nachts in een maanloze en verduisterde stad naar het Centraal Station lopen. Familie mag niet buiten komen om afscheid te nemen, ook niet op de stoep. Als de straatdeur dichtslaat is alles afgelopen.

Op 20 Juli werd Duifje in Westerbork geregistreerd en na een week op 27 Juli op transport gesteld naar Auschwitz, waar zij bij aankomst nog werd ingezet om dwangarbeid te verrichten. Ook van Duifje Aardewerk is het niet bekend op welke datum zij precies om het leven is gekomen of gebracht, maar haar officiële overlijdensdatum is eveneens vastgesteld op 30 September 1942. 

Bronnen: Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Jacob Aardewerk en Feitje Korper; woningkaart Zwanenburgwal 6 II; website joodsamdsterdam.nl, Joods Meisjesweeshuis Mangsiem Tobiem Magadle Jethomoth; "Ondergang" deel I, blz. 256, 261 en 262 door Dr. J. Presser; website hetstenenarchief.nl, graf Jacob Aardewerk; website Jodenstransporten vanuit Nederland en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Feitje Aardewerk-Korper, Rebekka, Duifje, Mozes, Henriette en Joop Aardewerk.

Alle rechten voorbehouden