Antonia Kramer werd in 1901 geboren in Hörstgen, het westelijke stadsdeel van Kamp Lintfort in Duitsland als dochter van Alex Kramer en Sophia Aron. Zij was ongehuwd toen zij vanuit Elberfeld in Duitsland op 10 December 1937 werd ingeschreven in het Bevolkingsregister van Leeuwarden. Haar adres was toen Leeuwerikplein 4. Op 29 September 1939 verhuisde Antonia naar de Steijnstraat 6 in Arnhem maar een maand later trok zij in op het adres Plantage Franschelaan 34 bovenhuis in Amsterdam, om enkele weken later in te trekken bij het gezin van Abraham de Metz, die woonde in de Kinderdijkstraat 76 III in Amsterdam. Antonia was ongehuwd en werkzaam als Hulp in de Huishouding.
Abraham de Metz was in 1938 weduwnaar geworden; zijn vrouw Bertha van Leeuwen, met wie hij drie kinderen had, overleed in Amsterdam en is begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen. Begin 1942 besloten Antonia Kramer en Abraham de Metz, (zoon van Eliazer de Metz en Marianna Cohen), om te trouwen; het huwelijk werd gesloten te Amsterdam op 4 Februari 1942.
Echter onder de druk van de omstandigheden heeft Antonia Kramer een einde aan haar leven gemaakt. Haar echtgenoot Abraham de Metz werd samen met zijn dochters Henriette Elise en Marianne Clasina in de nacht van 6/7 Mei 1943 afgevoerd naar het concentratiekamp Vught, waarna Antonia alleen achterbleef. Zij is op 21 Mei 1943 dood aangetroffen door een agent van politie die de aangifte van overlijden heeft gedaan bij de Burgerlijke Stand van Amsterdam, waarvan op 22 Mei 1943 een akte van overlijden is opgemaakt onder nummer 155 (register 8). Zij is begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen.
Bronnen: Stadsarchief Amsterdam, archiefkaart Antonia Kramer en Abraham de Metz; website zoekakten.nl, overlijdensakte 155 dd 22 Mei 1943 in register 8 van Antiona de Metz-Kramer; website hetstenenarchief.nl, graf Antonia Sara Kramer en NIOD, Archief Joodse Raad, doos 36d, brief d.d. 31 mei 1943.