Morris Wagenhuizen, diamantbewerker van beroep, werd geboren op 28 Februari 1876 in Londen als tweede van de acht kinderen van Jacob Wagenhuizen en Rebecca Witmond. Zijn oudere zus was Rachel, geboren in 1874 en zijn andere broers en zussen waren David uit 1877, Barend (in Londen bekend als Barnett) uit 1879, Simon uit 1881, Elisabeth, ook bekend als Bella uit 1882, Eva uit 1886 en Bertha uit 1888, allen geboren in Londen. Zijn broer Barend en zuster Bella overleden al voor de oorlog maar de anderen zijn tijdens de Holocaust vermoord.
Morris Wagenhuizen trouwde op 16 September 1903 in Amsterdam met Betje van Collem, een dochter van Joël van Collem en Rebecca Vogel. Ook Betje was geboren in een grote familie: zij had nog vijf andere broers en zussen waarvan ook twee zussen en een broer tijdens de Sjoa zijn vermoord.
Betje's ouders en alle kinderen trokken op 24 Januari 1901 vanuit Amsterdam naar Antwerpen. Eén dag na haar huwelijk met Morris Wagenhuizen vertrok zij met hem vanuit Amsterdam weer naar Antwerpen waar zij zes maanden later, op 16 April 1904 is overleden. Morris en Betje hadden nog geen kinderen.
Op 28 Juni 1905 hertrouwde Morris Wagenhuizen – opnieuw in Amsterdam – met de weduwe van Emanuel Witteboon, Rachel Polak, geboren 3 November 1869 in Amsterdam, dochter van Isaac Polak en Rebecca Salzedo. Morris en Rachel kregen op 19 April 1906 in Amsterdam een dochter: Rebecca Wagenhuizen.
Met de eerste echtgenoot van Rachel Polak, Emanuel Witteboon, (een zoon van Meijer Witteboon en Judic Nebbig) met wie zij op 4 Januari 1893 in het huwelijk trad, had zij een dochter Judic, die op 9 October 1893 in Amsterdam geboren werd. Emanuel Witteboon overleed echter op 17 November 1895 in Amsterdam en werd op 19 November op de Joodse Begraafplaats in Muiderberg begraven.
Mede door zijn werk in de diamantindustrie, wisselde Morris Wagenhuizen nog al eens van adres en woonplaats. Met zijn eerste vrouw Betje van Collem woonde hij tussen 1903 en 1905 in de Terlierstraat 1 in Antwerpen en in de Ledeganckstraat 7 te Borgerhout. Vanaf 1905 woonde Morris met Rachel Polak in de Rolwagenstraat 15 in Antwerpen en woonden later - na eerst weer kort naar Amsterdam te hebben gewoond – vanaf Februari 1907 met hun dochter Rebecca weer in de Stanleystraat 8 in Antwerpen. Tussen 1907 en 1924 te pendelde de familie tussen verschillende adressen in Antwerpen, Berchem en Borgerhout. Echter op 14 April 1924 was hun adres Wipstraat 9 te Antwerpen.
Op 14 Mei 1937 verhuisden Morris Wagenhuizen en Rachel Polak naar de Langstraat 57 in Borgerhout en hun dochter Rebecca volgde twee dagen laten. Rebecca echter vertrok op 20 Februari 1940 naar Amsterdam waar zij ging inwonen bij haar halfzus Judic Witteboon en haar man Philip Nathan Cohen in de Van Woustraat 108, 1st etage. Op 19 Januari 1943 werd zij in Westerbork geregistreerd waar zij in barak 19 moest verblijven, totdat zij op 29 Januari 1943 werd gedeporteerd naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar op 1 Februari 1943 werd Rebecca Wagenhuizen onmiddellijk vermoord.
Morris Wagenhuizen en zijn vrouw Rachel Polak zijn met verschillende konvooien vanuit Mechelen gedeporteerd naar Auschwitz: Morris met het 11e konvooi van 26 September 1942, waarop hij bij aankomst op 29 September in de gaskamer om het leven werd gebracht en Rachel werd met het 13e konvooi op 10 October naar Auschwitz afgevoerd, waar zij bij aankomst op 13 October 1942 werd vermoord.
Bronnen o.m. het Antwerps Vreemdelingen Dossier nr. 107829, images 155-188; het stadsarchief van Amsterdam, gezinskaart Joël van Collem en archiefkaart Rebecca Wagenhuizen; woningkaart VanWoustraat 108, I te Amsterdam; website wiewaswie.nl huwelijk Betje van Collem met Morris Wagenhuizen en het Memoriaal van de Deportatie der Belgische Joden, blz. 419 en 551 en blz. 26 en 27.