Benjamin Roodenburg was een zoon van David Roodenburg en Hendrika Engelsman. Hij had nog zes broers en zussen, t.w. Joseph, Hijman, Sara, Geesje, Abraham en Matthijs. Hijman, geboren 4 Mei 1895 overleed op 13 Mei 1931; Sara en Matthijs hebben de oorlog overleefd, net als Geesje Roodenburg. Haar man Andries Wurms en twee van haar kinderen zijn in de Holocaust vermoord. Joseph overleed in 1941 in Amsterdam maar Abraham en Benjamin zelf zijn tijdens de Sjoa vermoord.
Benjamin Roodenburg trouwde op 15 Juli 1931 op 25-jarige leeftijd in Amsterdam met de in 1930 van echt gescheiden Sientje Leijden van Amstel. Zij was geboren in 1889 en in eerste echt gehuwd met Aäron Gobets op 9 Februari 1910 maar van hem gescheiden op 18 April 1930.
Sientje Leijden van Amstel had met Aäron Gobets zes kinderen, t.w. Elisabeth (22-3-1911 - overledenin 1980), Machiel (31-5-1913 - overleden in 1992), Meijer (7-5-1917), Femmetje (12-9-1918 - verder niets bekend), Nathan (14-1-1920) en Marcus (3-9-1922). Van deze kinderen zijn Meijer, Nathan en Marcus in Auschwitz vermoord.
Na de echtscheiding van Sientje Leijden van Amstel hertrouwde Aäron Gobets op 1 October 1930 met Theresia Gotlieb uit Grave. Zij was al eerder gehuwd met en gescheiden van Mozes Lopes Cardozo, met wie Theresia een zoon Johan had, die op 30 Juli 1929 geboren is en die als stiefzoon bij het gezin van Aäron Gobets kwam wonen in de Korte Houtstraat 38 III in Amsterdam.
Aron Gobets en Theresia Gotlieb kregen zelf nog twee dochters, t.w. Sara (20-8-1933) en Anna (14-9-1935). Zij zijn beiden, samen met hun halfbroer Johan Lopes Cardozo, hun vader Aäron Gobets en moeder Theresia Gootlieb in Sobibor vermoord.
Benjamin Roodenburg werd op 9 April 1943 afgevoerd naar het concentratiekamp Vught waar hij verbleef in barak 4B. Op 21 Mei 1943 werd hij tewerkgesteld in Moerdijk, een Aussenkommando van Kamp Vught waar hij verbleef in barak 2.Op 3 Juli 1943 werd hij van Moerdijk naar Westerbork gestuurd (barak 58) en op 6 Juli op transport gesteld naar Sobibor. Ook zijn vrouw Sientje Leijden van Amstel werd op 6 Juli met hetzelfde transport naar Sobibor gedeporteerd. Bij aankomst aldaar op 9 Juli 1943 werden Benjamin Roodenburg en Sientje Leijden van Amstel onmiddellijk vermoord
Aan de haven in Moerdijk, op de plaats waar nu de loodsen staan van het bedrijf van Ballegooy, was in de Tweede Wereldoorlog een Aussenkommando van concentratiekamp Vught gevestigd.Tussen 26 maart 1943 en eind februari 1944 werden de oude scheepsbarakken aan de Moerdijkse Havenkade gebruikt als Aussenkommando. In deze scheepsbarakken verbleven ongeveer 500 Joden. Zij kwamen te voet aan bij de barakken vanaf Station Lage-Zwaluwe. De Joodse mensen werden ingezet bij het graven van tankvallen in Zuid-Holland en de Westhoek van Noord-Brabant. Ook kwamen er politieke gevangenen naar het kamp in Moerdijk (bron: Aussenkommando Moerdijk)
Bronnen: Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart en archiefkaart Benjamin Roodenburg; gezinskaart en archiefkaart van Aäron Gobets; archiefkaart van Sientje Leijden van Amstel; archiefkaart van Theresia Gotlieb en Johan Lopes Cardozo en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Benjamin Roodenburg en Sientje Leijden van Amstel