Aäron Gobets was een zoon van Machiel Gobets en Elizabeth Bak. Hij trouwde op 9 Februari 1910 in Amsterdam met Sientje Leijden van Amstel, geboren in 1889 te Amsterdam als dochter van Meijer Leijden van Amstel en Femmetje Abas. Het echtpaar kreeg zes kinderen, t.w. Elisabeth (22-3-1911 – overleden in 1980), Machiel (31-5-1913 - overleden in 1992), Meijer (7-5-1917), Femmetje (12-9-1918 - verder niets bekend), Nathan (14-1-1920) en Marcus (3-9-1922). Van hun kinderen zijn Meijer, Nathan en Marcus in Auschwitz vermoord. Het huwelijk van Aäron en Sientje eindigde echter op 18 April 1930 door echtscheiding.
Aäron Gobets hertrouwde toen op 1 October 1930 met de 28-jarige Theresia Gotlieb uit Grave, een dochter van Isaac Gotlieb en Roosje Hildesheim. Theresia was eerder gehuwd, op 29 April 1925 in Amsterdam met Mozes Lopes Cardozo, met wie zij op 30 Juli van dat jaar een zoon kreeg: Johan Lopes Cardozo. Zij had echter al twee eerder geboren kinderen, t.w. Rosette, geboren 19 September 1925 en Meijer, die op 14 Augustus 1928 werd geboren. Echter na vier jaar huwelijk scheidden Theresia Gotlieb en Mozes Lopes Cardozo al op 15 April 1929 in Amsterdam.
Na de echtscheiding van Mozes Lopes Cardozo trok hij in bij zijn moeder Rosette Barend; zijn vader Abraham Lopes Cardozo was op al in Juli 1907 gescheiden van Rosette Barend, die in 1911 hertrouwde met Jacob Pachter. Ook de zus van Mozes Lopes Cardozo woonde nog thuis bij haar moeder Rosette Barend en haar stiefvader Jacob Pachter. Maar zij trad al enkele maanden later in October 1927 in het huwelijk met Levie Schrijver een zoon van David Schrijver en Betje Walvis en vertrok toen naar een eigen adres. Ook Rosette Lopes Cardozo die in 1925 werd geboren als dochter van Mozes Lopes Cardozo en Theresia Gotlieb, werd als stiefdochter in het gezin van Jacob Pachter opgenomen.
Rosette Lopes Cardozo, die als dochter van Mozes Lopes Cardozo and Teresia Gotlieb was geboren in 1925, werd ook als stiefdochter opgenomen in het gezin van Jacob Pachter.Zij woonde daar totdat zij naar Westerbork moest en op 7 Augustus 1942 naar Auschwitz werd gedeporteerd. Na de oorlog hebben de Nederlandse autoriteiten opdracht gegeven om een overlijdensakte voor Rosette Lopes Cardozo op te maken waarin is vastgesteld dat zij op 30 September 1942 in Auschwitz is overleden.
Johan Lopes Cardozo werd als stiefzoon opgenomen in het gezin van Aäron Gobets, die met zijn vrouw Theresia Gotlieb nog twee dochters kreeg: in 1933 werd Sara geboren en in 1935 Anna. Het gezin woonde toen in de Korte Houtstraat 38 III in Amsterdam. Johan werd op 18 Mei 1943 in Westerbork geregistreerd en werd dezelfde dag nog doorgestuurd naar Sobibor, waar hij bij aankomst op 21 Mei 1943 onmiddellijk werd vermoord.
Meijer Lopes Cardozo kwam terecht bij het gezin Levie Brilleman en Leentje Brilleman Kopee in de Foeliestraat 8 II. Hij verbleef daar totdat hij samen met Levie Brilleman op 21 September 1942 werd gedeporteerd naar Auschwitz en bij aankomst aldaar werden beiden op 24 September 1942 direct vermoord. (In de gemeentelijke administraties was Meijer bekend als Meijer Brilleman Lopes-Cardozo). Levie's vrouw Leentje was al enkele maanden daarvoor in Amsterdam overleden.
Theresia Gobets-Gotlieb en haar dochters Sara en Anna werden op 5 Februari 1943 in Westerbork geregisteerd. Zij verbleven korte tijd in barak 36 en moesten daarna verhuizen naar barak 72. Haar man Aäron en haar zoon Johan waren nog thuis in Amsterdam, zo blijkt uit aantekeningen van haar registratiekaart van de Joodse Raad. Op 1 Mei 1943 heeft zij haar man Aäron vanuit Westerbork laten weten dat zij en haar beide dochters op 4 Mei zouden moeten vertrekken. “Indien jij meegaat, moet je op 3 Mei in Westerbork zijn”. Dat is niet gebeurd. Theresia Gotlieb is met Sara en Anna op 4 Mei gedeporteerd naar Sobibor waar zij bij aankomst op 7 Mei 1943 onmiddellijk werden vermoord.
Aäron Gobets werd samen met zijn stiefzoon Johan Lopes Cardozo twee weken later op 18 Mei 1943 in Westerbork binnengebracht en diezelfde dag nog naar Sobibor gedeporteerd. Bij aankomst aldaar op 21 Mei 1943 werden zij beiden onmiddellijk vermoord.
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Aäron Gobets, Theresia Gotlieb, Johan Lopes Cardozo; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Theresia Gobets-Gotlieb, Sara en Anni (Anna) Gobets en Johan Lopes Cardozo. Van Aäron Gobets bleek geen kaart in de cartotheek van de Joodse Raad te zijn maar het boek “Vernietigingskamp Sobibor" van Jules Schelvis geeft de transportlijst van 18 Mei 1943 weer met daarin de naam van Aäron Gobets.