Meijer, Nathan en Marcus Gobets, kinderen uit het eerste huwelijk van Aäron Gobets en Sientje Leijden van Amstel die de Sjoa niet hebben overleefd. Zij waren ongehuwd. Toen hun ouders scheidden op 18 April 1930, waren zij allen al in Januari 1930 uitgeschreven van het adres van hun ouderlijk huis. Hun oudste zus Elisabeth was al in 1928 gehuwd en overleefde de Sjoa en mogelijk ook hun zus Femmetje, evanals hun broer Machiel.
Meijer Gobets, venter en bloemenverkoper, vertrok naar Amersfoort maar keerde in 1935 terug in Amsterdam en woonde toen in de Transvaalstraat 103 bovenhuis. Zijn broers Nathan, fietsjongen en bezorger en Marcus, die ook als huisknecht gewerkt heeft, woonden al vanaf het midden van de jaren ’30 bij hun stiefvader en voogd Benjamin Roodenburg op de Iepenweg 21 III in Amsterdam. Hij was met hun moeder Sientje Leijden van Amstel gehuwd was. Ook Meijer kwam in Juli 1940 bij hen inwonen.
Uit de registratiekaarten van de Joodse Raad van Marcus en Nathan Gobets is duidelijk geworden dat zij vermoedelijk gehoor gegeven hebben aan de oproep van de Duitsers voor de werkverruiming in Duitsland, waarop zij op 25 Juli 1942 in Westerbork zijn geregistreerd en op 27 Juli zijn gedeporteerd naar Auschwitz. Daar, bij aankomst op 30 Juli 1942 zijn zij geselecteerd om dwangarbeid te gaan verrichten in, of buiten het kamp. Het is niet precies bekend waar en wanneer en onder welke omstandigheden Marcus en Nathan Gobets om het leven zijn gekomen of gebracht. Hun officiële datum van overlijden en plaats is derhalve vastgesteld als 30 September 1942 in Auschwitz.
Op de registratiekaart van Meijer Gobets is echter niet af te lezen wat er met hem is gebeurd, wanneer hij in Westerbork is geweest en wanneer hij gedeporteerd is. Het is alleen bekend dat Meijer Gobets op 21 Mei 1943 in Auschwitz zijn leven heeft verloren
Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Aäron Gobets, Meijer Gobets, Nathan Gobets en Marcus Gobets; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Meijer Gobets, Nathan Gobets en Marcus Gobets.