Verhaal

Bedrog

Vermoedelijk in april 1942 kreeg Isaäc Cosman een oproep voor een van de Joodse werkkampen. Hij dook onder, maar werd in september 1942 gearresteerd en overgebracht naar Westerbork. Zijn vrouw dook vervolgens onder bij Jeanne Valkenburg, de latere beruchte verraadster, maar in die tijd nog onderduikgeefster. Waarbij ze niet schroomde onderduikers financieel te plunderen. 
Jeanne vertelde de ondergedoken echtgenote dat ze Isaäc zou kunnen helpen vluchten uit Westerbork. Ze zou een paar mannen naar Drenthe sturen om de bevrijdingsactie uit te voeren. De echtgenote betaalde hiervoor zeshonderd gulden. Een zwager van het stel nog eens driehonderd gulden. Terwijl dit gaande was, werd de echtgenote van Isaäc naar België gesmokkeld, tegen betaling van nog eens zevenhonderdvijftig gulden.
Uiteindelijk stak Jeanne het bevrijdingsgeld in eigen zak. Ze beweerde dat de ontsnapping wel was gelukt, maar dat Isaäc het op het laatste moment toch niet had aangedurfd en weer was teruggegaan naar het kamp.
De zwager die meebetaald had aan de bevrijding, geloofde dit niet en ging daarop zelf naar Westerbork. Daar sprak hij Isaäc die niets van een bevrijdingsactie wist.
Niet veel later werd Isaäc Cosman naar Auschwitz gedeporteerd. 
Meer informatie is te vinden in het boek van Bart Middelburg: Jeanne de Leugenaarster. Adriana Valkenburg: hoerenmadam, verraadster, femme fatale (Amsterdam 2009).