Verhaal

Onderduik en arrestatie

Door: Lisa

David Grunwald, Jantje Grunwald-Gudema en hun zoon Max Benjamin Grunwald doken in september 1942 onder bij Antonius Hubertus Victor Lijf in de Preangerstraat 11 III in Amsterdam. Gerrit Arends, fietsjongen, vervoerde op vraag van David wat spullen van hun oude adres naar het adres van Lijf. Gerrit werd aangehouden door de politie en gevraagd waar en waarom hij deze spullen vervoerde. Na de uitleg van Gerrit ging de politie richting het huis van Lijf, en het drietal werd kort daarna bij een huiszoeking in de woning van Lijf ontdekt.

Jantje verklaarde dat zij slechts enkele dagen bij Lijf verbleven, omdat zij bang waren gedeporteerd te worden. Jantje en David werden op 21 september 1942 gearresteerd en op 22 september 1942 voorgeleid aan de SD. Hun zesjarige zoontje Max Benjamin werd door de politie ondergebracht bij Izaäk Oudkerk en zijn vrouw Margarethe Oudkerk - Haas.

Jantje kwam op 5 oktober 1942 in Auschwitz om. Haar man David stierf op een onbekende plek in Midden - Europa op 31 maart 1944. Hun zoontje Max Benjamin ging samen met zijn tante Kaatje Tas - Grunwald en oom Mozes Tas op 29 juni 1943 op transport naar Sobibór waar zij op 2 juli 1943 werden omgebracht.

 

Archief gemeentepolitie Amsterdam; processen-verbaal David Grunewald, Jantje Grunewald - Gudema, transportlijsten Sobibór 29 juni 1943