“ Ter Herinnering aan Benni, Mary en Rosi Ehrenreich
Benni, Mari en Rosi leefden met hun ouders Heinrich Ehrenreich en Lotte Dörner en de jongere zuster Fanny in de Neugasse 3. Heinrich Ehrenreich vervaardigde ‘wollen, gebreide en andere textiele goederen’ en verkocht zij door de groothandel. Kantoor- en woonruimten waren op de eerste verdieping van het huis. Mary werd op 17-02-1922 geboren, Rosi op 08-02-1924 en Benni op 12-01-1927. Ouders en kinderen waren van Poolse nationaliteit.
In zomer 1938 drong het tot de ouders door, dat zij op langere termijn niet in Duitsland konden blijven. Benni, die tot zomer 1938 de Hebbelschool bezocht, zou als eerste in veiligheid worden gebracht. Hij ging op de leeftijd van 11 jaar naar een broer van zijn moeder in Polen. Na het uitbreken van de oorlog was er geen contact meer tussen ouders en zoon, alle pogingen hem weer terug in de familie te halen bleven zonder succes. Benni werd in maart 1942 van Zolkiew in Galicië naar Auschwitz gedeporteerd en vermoord.
Rosi was van Pasen 1930 tot 1934 leerling van de Gutenbergschule (Volksschule [vroeger lager onderwijs in klas 1 tot 8, leeftijd 6 tot 14 jaar; vandaag Grundschule, klas 1 tot 4, en Hauptschule, klas 5 tot 10]) en kwam daarna op de Mittelschule [klas 5 tot 10, misschien vergelijkbaar met de MULO] aan de Riederberg. Deze school moest zij na de rijkspogromnacht verlaten.
Mary was na klas 1-4 van het [Duitse] basisonderwijs scholier van de Mittelschule in de Rheinstraße en haalde daar het einddiploma. Tot haar vlucht naar Nederland bezocht zij dan een hogere handelsschool.
Op 10 november 1938 worden de kantoorruimten in de Neugasse 3 compleet vernield. Met de hulp van toenmalige zakenvrienden slaagt Heinrich Ehrenreich erin zijn familie naar Nederland te brengen. Mary werd eind november 1938 te Monster opgenomen, Rosi in februari 1939. Heinrich Ehrenreich, zijn dochter Fanny en de nicht Gitta Steinberg verlieten Duitsland in december 1938, zijn vrouw volgde in april 1939. De kinderen waren aanvankelijk in verschillende kindertehuizen ondergebracht. Vanaf februari 1941 was de familie voor korte tijd verenigd. In de Sint Antoniebreestraat te Amsterdam ontving zij de tijding, dat zoon Benni was gedeporteerd. Hier bereikte hen ook het schrijven van de Gestapo [geheime staatspolizei], dat Mary en Rosi in een werkkamp geplaatst zouden worden. De jonge vrouwen worden op 15 september 1942 afgehaald, naar Auschwitz gedeporteerd en vermoord. Mary bereikte de leeftijd van 20 jaar, Rosi die van 18 jaar.”