Verhaal

Mozes Valk

Door: Wil Legemaat

Mozes Valk

Mozes Valk werd geboren op 25 november 1904 in Onstwedde. Hij vestigde zich in 1924 in Groningen, waar hij aan het Zuiderdiep een banketbakkerij begon. Hij trouwde drie jaar later met Naatje Cohen. Het echtpaar kreeg twee dochters: Bartha en Jetje.

Ook dit gezin werd gedeporteerd naar een vernietigingskamp. Mozes Valk overleefde de kampen, maar zijn vrouw en dochters heeft hij nooit teruggezien.
Naatje Valk-Cohen werd in Sobibor omgebracht op 9 juli 1943; zij werd 43 jaar.
Bartha Valk stierf te Sobibor op 9 juli 1943, 12 jaar jong.
Jetje Valk was 9 jaar toen zij in Sobibor de dood vond, net als haar moeder en zusje op 9 juli 1943.

Mozes Valk hertrouwde na de oorlog in 1947 met Rebecca Klok. Zij kregen vier kinderen: Bartha, Louise, Martin en Ronald. Het gezin woonde aanvankelijk in Amsterdam. Mozes werkte daar als diamantzager. Van 1954 tot 1966 woonden ze in Israël. Daarna vestigde Mozes zich als diamantzager in Antwerpen.
De verschrikkingen van het concentratiekamp is Mozes Valk nooit te boven gekomen. Hij was vaak ziek en depressief. Hij overleed begin 1972 op 67-jarige leeftijd.

Bron: 'Gieten, namen op de steen', H.Kuik en W. van der Neut-Legemaat, 1994, uitgave Stichting Het Drentse Boek, Zuidwolde