Biografie

Meer over de families Israëls, Gans en Rubens

Israëls

De grootouders van David Israëls (1882) waren Mozes Sanders Israëls en Rachel Levie de Vries. Zij hadden zeven kinderen, t.w. Rebekka (gehuwd met Calmer van der Kleij), Kaatje (overleden in 1849 op 8-jarige leeftijd), Judith (gehuwd met Salomon Isak Cohen), Eltje (gehuwd met Salomon Gans) Sander (gehuwd met Hanna Gans), Levie (gehuwd met Grietje Gans) en opnieuw een Kaatje die gehuwd was met Jakob Benninga). Salomon, Hanna en Grietje Gans waren kinderen van David Jakob Gans en Jette Salomon van Hessen.

Tijdens de Sjoa werd van deze zeven kinderen alleen Kaatje Benninga-Israels (1854) samen met haar zoon Simon Benninga (1883) vermoord. Haar andere broers en zusters zijn al voor de oorlog overleden.

De daaropvolgende generatie Israëls waren Mozes (1877), Jette (1880), David (1882), Rachel (1885) en Sander (1888). Hiervan zijn Mozes Israëls en zijn vrouw Rebekka Cozijn, Jette Israëls, haar man Philip Berlijn en haar zoon Jacob, David Israëls met zijn vrouw Bela Rubens  tijdens de Sjoa vermoord. Alleen Rachel Israëls en Sander Israëls hebben de Sjoa overleefd.

Gans

Van de familie Gans huwden Salomon (1840), Grietje (1845) en Hanna (1850) met respectievelijk Eltje Israëls, David Israëls en Sander Israëls. Van hun nakomelingen zijn alleen David Gans met zijn vrouw Rosette Gans en Mozes Gans met zijn vrouw Henderina Gans en hun beide kinderen Ellij Allegonda en Abraham Sally tijdens de Sjoa vermoord. Andere leden van deze families zijn of al voor de oorlog of na de oorlog overleden.

Rubens

Bela Rubens’ ouders Salomon Rubens en Sarah Hirsch hadden negen kinderen, t.w. Mietje, Alexander, Samuel, Judith, Aaltje, Bela zelf, Henriette, Betje en Esther. Mietje overleed ongehuwd in Amsterdam op 32-jarige leeftijd  in 1917; Judith en Aaltje overleden als kind al op jonge leeftijd; Alexander overleed in Venlo op 1 Januari 1942; Henriette werd net als haar zus Bela in Sobibor vermoord. Samuel overleed na de oorlog in 1947; zijn vrouw Sientje van Meer werd in Sobibor vermoord. Betje (roepnaam Betsy), was hoofdverpleegster en ongehuwd. Zij overleefde de Sjoa en overleed in Amsterdam in 1964. Esther, de jongste uit het gezin, emigreerde in 1949 naar Palestina, nadat haar man Alexander Bernard Abrahams in 1946 overleden was; zij overleed in Beth Joles in Haifa op 105-jarige leeftijd.

Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, Gemeente Archief Den Haag, websites allegroningers.nl,  wiewaswie.nl, hetstenenarchief.nl en het archief van de Joodse Raad en aanvullingen van bezoekers van de website.

Alle rechten voorbehouden