Enkele bijzonderheden van dit konvooi zijn, dat er al op 29 Augustus werd begonnen om het konvooi te vormen, in de eerste plaats met Joden die in de vorige nacht werden aangehouden tijdens de grote razzia in Antwerpen. Het systeem van "oproepen" was nog weliswaar van kracht maar volstond niet om het gewenste aantal te deporteren personen te bereiken. Slechts 99 personen op de lijst van het transport hebben de vermelding van hun "arbeidsoproep" voor de z.g. werkverruiming in Duitsland.
Het procedé lijkt dus niet meer doeltreffend, daarom wordt er een eerste grote razzia gehouden in de hoofdstad Brussel. De stadspolitie daar werkt niet mee door de totaal nieuwe weigerachtigheid van de Brusselse burgemeesters om de Duitse bevelen met betrekking tot de Joodse kwestie uit te voeren. Tijdens de nacht van 3 op 4 September omsingelt de Duitse politiemacht met de hulp van de Vlaamse SS de buurt van het Zuidstation. Vanaf 4 September worden in de Dossinkazerne plots 718 personen geregistreerd. Door de grote razzia van het Zuidstation kon de lijst van het 8e konvooi worden afgesloten en de vorming van het 9e konvooi nog diezelfde dag worden aangevangen.
Het 8e konvooi met in totaal 1000 personen, waaronder 238 kinderen, vertrekt 8 September 1942 vanuit Mechelen en komt op 10 September in Auschwitz aan. Het konvooi stopt in Kozel, net als de voorgaande twee transporten. Maximaal 281 personen moeten daar de trein verlaten, de rest wordt doorgestuurd naar Auschwitz. Daar worden nog 85 personen ingeschreven, waarvan 64 vrouwen. Van de twee selecties zullen slechts 34 personen overleven bij de bevrijding van de kampen. De meeste gedeporteerden, voornamelijk vrouwen en kinderen worden nog diezelfde dag van aankomst vermoord. Minstens 634 personen ondergaan de “speciale akties” van de SS, heel precies op 10 September, zoals de SS-dokter die er aan meewerkt, in zijn dagboek noteerde.
Bron: Historisch overzicht der Konvooien uit het Memoriaal van de Deportaties der Belgische Joden, pagina 24.