Elsje Zonligt, geboren 14 Augustus 1872, was de oudste dochter van Alexander Zonligt en Leentje Saphier. Zij kreeg nog acht broers en zussen, waarvan Mozes (1874) de Holocaust overleefde en in België overleed; Jacob (1875) overleed nog voor de oorlog in 1932; Hijman (1878) overleefde eveneens de oorlog en overleed in Rotterdam in 1961. De anderen, t.w. Isaac, Hartog, Levie, Abraham Aron en Salomon zijn allen tijdens de Sjoa vermoord. Elsje bleef ongehuwd.
Elsje woonde geruime tijd met haar ouders in Antwerpen en heeft later op meer dan 15 adressen in Amsterdam ingewoond totdat zij op 14 Februari 1930 werd ingeschreven op het adres Topaasstraat 1 I in Amsterdam, waar zij samen met haar eveneens ongehuwde broer Salomon heeft gewoond tot zij op 29 Maart 1943 van daar werd afgevoerd naar Westerbork. Zij verbleef daar in barak 60, tot zij op 6 April werd gedeporteerd naar Sobibor, waar zij bij aankomst op 9 April 1943 onmiddellijk werd vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Elsje Zonligt, archiefkaart Elsje Zonligt; het Antwerps Vreemdelingendossier 125034 en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Elsje Zonligt.