Elisabeth Mok was het vijfde kind van Isaak Aron Mok en Jeannette Natkiel. Zij werd op 10 December 1878 1882 geboren in een gezin van in totaal acht kinderen. Haar broers en zusters waren Roosje (1869), Hendrika (1872), Rebecca (1874), Anna (1876), Joseph (1880), Aäron (1882) en Sara (1886). Joseph Mok overleed echter in 1923 in Amsterdam en is begraven op de Joodse Begraafplaats in Diemen. Elisabeth zelf en al haar andere broers en zussen werden tijdens de Sjoa vermoord.
Elisabeth Mok trouwde op 9 November 1910 in Amsterdam met Samuel Bloch, geboren op 16 Augustus 1879 in Schoterland in Friesland als zoon van Heiman Samuels Bloch en Golde van Leer. Voor zover bekend had dit echtpaar geen kinderen, maar hadden echter wel drie pleegkinderen in huis, t.w. Gisella Gutman uit Berlijn, Siegfried van Vaanenburg en Daniel Susan, beiden uit Amsterdam.
Samuel Bloch was één van de acht kinderen uit het tweede huwelijk van zijn vader Heiman Samuels Bloch en Golde van Leer, met wie hij in 1863 in het huwelijk trad. Zijn eerste vrouw, Clara Cohen overleed in 1861 nadat drie weken eerder haar dochtertje Roosje geboren was, die na 10 maanden in 1862 overleed. Uit het tweede huwelijk werden behalve Samuel nog zeven kinderen geboren, waarvan Vogelina (1864), Roosje (1869), Marianne (1871) en opnieuw een Marianne (1884) al voor de oorlog zijn overleden. Echter zijn broers Nathan (1866) en Jacob (1876) werden in Auschwitz vermoord en zijn zuster Anna overleed in 1941 in Amsterdam.
Van de pleegkinderen, die opgenomen waren in huize Bloch is het volgende bekend: Gisella Gutman, geboren op 6 Juni 1918 in Berlijn was de dochter van de ongehuwde moeder Anna Gutman en de kleindochter van de al overleden Abram Gutman en zijn Poolse weduwe Rifka Jutkewitz. Anna Gutman kwam in Juli 1921 in Amsterdam waar zij werkte als huishoudster en haar dochter Gisella kwam toen als pleegdochter in huis bij Samuel Bloch en Elisabeth Mok. In Maart 1925 is zij met haar moeder Anna en haar overige familie naar Antwerpen vertrokken en vermoedelijk heeft Gisella de oorlog overleefd.
Van Siegfried van Vaanenburg, geboren op 18 Juni 1914 in Amsterdam is bekend dat hij in Juli 1923 als pleegzoon in huis kwam bij Samuel Bloch en Elisabeth Mok en op 10-jarige leeftijd op 23 Mei 1925 naar het Centraal Israëlitisch Weeshuis in Utrecht verhuisde. Daarna is verder niets meer over hem bekend.
Daniel Susan woonde in “Gesticht 21” op de Middenweg in Amsterdam en kwam op 6 October 1926 in huis bij de familie Samuel Bloch en Elisabeth Mok, die destijds woonden in de Rapenburgerstraat 3 II in Amsterdam. Van Daniël Susan, geboren op 31 December 1920 is verder bekend dat hij op 2 October 1941 door het Gewestelijk Arbeidsbureau te Amsterdam als arbeidskracht in Duitsland is geplaatst bij de firma Friedrich Bohne in Bremen waar hij als transportarbeider werkzaam was. Hij was ongehuwd en woonde in 1941 op de Rozengracht 97 I in Amsterdam bij J.B. Labye. Van zijn lot is verder niets bekend.
Elisabeth Mok en haar man Samuel Bloch werden op 30 September in Westerbork geregistreerd en op 2 October naar Auschwitz gedeporteerd. Bij aankomst aldaar op 5 October 1942 werden beiden onmiddellijk vermoord.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Samuel Bloch, archiefkaarten van Samuel Bloch en Elisabeth Mok, het Antwerps Vreemdelingen dossier 166896 van de familie Gutman, image 39-56; Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Anna Gutman; het Stadsarchief Amsterdam tewerkgesteldenregistratie van Daniel Susan uit 1941;het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Samuel Bloch en Elisabeth Bloch-Mok.