Jacob van Embden, geboren 22 Januari 1921 in Amsterdam en zoon van Andries van Embden en Sara Mok, trouwde 25 September 1940 in Amsterdam met Esther Hamerslag die op 19 September 1922 in Amsterdam geboren was als dochter van Levie Hamerslag en Aaltje Wegloop. Jacob was kleermaker en Esther was japonnennaaister van beroep. Op 3 Maart 1941 werd hun dochter Sara geboren.
Nadat zij getrouwd waren, ging het echtpaar wonen in de Joden Houttuinen 8 I in Amsterdam. Zijn verhuisden echter om de paar maanden naar een ander adres, zoals in December 1940 naar de Zanddwarsstraat 26 III, in Mei 1941 naar de 2e Rozendwarsstraat 12 hs, in Februari 1942 naar de Rapenburgerstraat 70/72 en als laatste, voordat het gezin werd gedeporteerd, in Juli 1942 naar de Lange Houtstraat 37 IIr.
Jacob van Embden werd op 31 Maart 1943 afgevoerd naar het concentratiekamp Vught en van daar op 6 April met een straftransport naar Westerbork overgebracht, waar hij in barak 57 en 83a terecht kwam. Onduidelijk is of zijn vrouw Esther met haar dochtertje Sara eveneens naar Vught gestuurd zijn. Duidelijk is echter wel, dat het gezin op 27 April 1943 vanuit Westerbork op transport gesteld is naar Sobibor en daar bij aankomst op 30 April 1943 onmiddellijk werd vermoord.
Bronnen: Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Jacob van Embden en Esther Hamerslag en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Jacob van Embden, Izaak van Embden, Esther van Embden-Hamerslag, Sara van Embden (in de index van de Joodse Raad is Embden verkeerd gespeld als Emden).