Ricka Aronius was het jongste kind van Abraham Aronius en Bertha Morpurgo. Zij was geboren op 31 Januari 1939 in Amsterdam en had ook nog een 4-jaar oudere broer Andries.
Haar vader, Abraham Aronius was geboren in het Drentse Beilen maar woonde vanaf 28 Mei 1928 al in Amsterdam in de Niasstraat 29. Op 27 Juni 1934 trouwde haar vader met de Amsterdamse Bertha Morpurgo en op 24 Januari 1935 werd haar broer Andries geboren.
Haar vader was oorspronkelijk slager van beroep maar hij was al vanaf 1 September 1934 in het bezit van een ventvergunning voor diverse wijken in Amsterdam, waar hij consumptie ijs uitventte. Op 14 April 1936 Op zijn marktvergunning staat genoteerd dat hij vanaf 6 December 1937 “werkloosch” was en vanaf 20 April 1938 was het gezin “wederom in de steun”. Voorts blijkt uit documenten dat in de periode tussen 6 Februari en 17 Augustus 1941 Ricka’s moeder bij de politie “kennis heeft gegeven van de vermissing van een algemeen distributieboekje (nieuw). Dagelijks levensbehoeften werden schaarser en veel was al op de bon. Mogelijk heeft dit er mede toe bijgedragen dat Ricka Aronius in Augustus 1942 in het Nederlands Israëlitisch Weeshuis in de Rapenburgerstraat 171 werd geplaatst. Daar werden Joodse meisjes opgevangen uit o.m. gezinnen die financieel ondersteund werden.
Echter het Weeshuis werd op 10 Februari 1943 door de Duitse bezetter ontruimd. De bewoonsters zijn weggevoerd en later vermoord. De 4-jarige Ricka kwam toen in Westerbork terecht in strafbarak 66.
Op 20 Februari 1943 heeft een oom van Ricka, Michel Prins, die in de Holendrechtstraat 40 II in Amsterdam woonde, zich bereid verklaard om haar in zijn gezin op te nemen en heeft daartoe documenten en een fotokopie van haar persoonsbewijs naar de bevoegde instanties opgestuurd maar op 4 Maart werd op haar registratiekaart van de Joodse Raad de aantekening gemaakt dat op 2 Maart de “documenten retour zijn gegaan daar “sperring door deze niet mogelijk was“.
Ricka, die ook wel Rikje werd genoemd, werd op 2 Maart 1943 met het eerste transport van Westerbork naar Sobibor gedeporteerd waar zij bij aankomst op 5 Maart 1943 onmiddellijk werd vermoord.
Vermoedelijk nadat Ricka op transport gesteld was naar Sobibor is het Ricka’s ouders en broer gelukt om onder te duiken, waardoor zij de Holocaust hebben overleefd.
Bronnen o.a.: Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Abraham Aronius, marktkaarten van Abraham Aronius; archiefkaart van Ricka Aronius;; website wiewaswie.nl/politierapporten Abraham Aronius en Bertha Morpurgo; website Nederlands Israëlitisch Weeshuis en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Abraham Aronius, Bertha Aronius-Morpurgo, Andries Aronius en Ricka Aronius.