Sara Samson, geboren op 21 November 1856 in Rotterdam, was een dochter van Samson Anthonij Samson en Elizabeth Brandel. Op 1 Maart 1882 trouwde zij in Rotterdam met de op 29 December 1858 in Leiden geboren Aäron Prins, een zoon van Samuel Prins en Roosje Huisman. Het echtpaar kreeg vier kinderen, t.w. Samuel, Elizabeth, Roosje en Esther.
Sara’s dochter Esther was de jongste van haar vier kinderen. Zij was geboren op 10 October 1889 in Rotterdam maar overleed daar op 19 Maart 1909, 19-jaar oud en werd begraven op de Joodse Begraafplaats Toepad in Rotterdam.
Sara’s oudste zoon, Samuel Prins noemde zichzelf Eduard. Hij was geboren op 3 Mei 1883 in Rotterdam en overleed in Scheveningen op 10 December 1940. Hij woonde toen met zijn moeder bij in bij zijn zus Elizabeth en haar man Louis van Gelder op de Gevers Deynootweg 192. Samuel Prins is als Eduard Prins begraven op de Joodse Begraafplaats Toepad in Rotterdam. Hij was ongehuwd.
Van Sara’s dochter Roosje, die op 20 Augustus 1887 in Rotterdam geboren was en op 19 December 1918 in Rotterdam huwde met Felix Sali Sontheimer uit Stuttgart, is verder niets bekend.
Sara Samson zelf woonde vanaf 20 November 1931 in op de Gevers Deynootweg 192 in Scheveningen bij haar dochter Elizabeth, die gehuwd was met Louis van Gelder en was al geruime tijd weduwe van Aäron Prins. Voordien verbleef Sara enige tijd in Bad Brückenau in Beieren, een plaats die bekend stond om zijn geneeskrachtige baden. Op 14 October 1940 overleed Sara in Scheveningen en werd begraven op de Joodse Begraafplaats Toepad in Rotterdam.
Bronnen o.a. Bevolkingsregister Stadsarchief Rotterdam/Samson Anthonij Samson; website wiewaswie.nl/huwelijk Sara Samson/Aäron Prins; Gemeente Archief Den Haag, gezinskaart Sara Samson; website hetstenenarchief.nl/graven van Sara Prins-Samson, Samuel/Eduard Prins en Esther Prins.