Arnold Rood was een zoon van Meijer Rood en Naatje Schenkkan. Hij was kleermaker van beroep en werkte later als kantoorbediende bij de Joodse Raad. Arnold trouwde op 10 Maart 1938 met de Amsterdamse diamant snijdster Sara Querido, een dochter van Adam Querido en Schoontje Baggers. Het echtpaar had geen kinderen.
Na hun huwelijk woonden Arnold en Sara in de Ruyschstraat 35 bovenhuis in Amsterdam, van waar zij op 26 Januari 1943 werden weggehaald en afgevoerd naar concentratiekamp Vught.
Arnold Rood werd vanuit Vught op 21 Maart 1944 op transport gesteld naar Westerbork en vandaar op 23 Maart naar Auschwitz. Bij aankomst aldaar op 26 Maart werd Arnold doorgestuurd naar Monowitz, waar hij volgens een getuige op 16 Mei 1944 ten gevolge van een longontsteking is omgekomen.
Zijn vrouw Sara Querido werd drie maanden later, op 3 Juni 1944 met het laatste transport met uit Vught naar Auschwitz gedeporteerd. Dit was het z.g. Philips Kommando en Sara heeft met vele anderen uit dat Philips Kommando, de Holocaust overleefd. Zij is uiteindelijk in Zweden terecht gekomen en op 18 Augustus 1945 teruggekeerd in Amsterdam.
Bronnen o.a.: Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Arnold Rood en Sara Querido en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Arnold Rood en Sara Querido