Verhaal

Over het 24e Konvooi van 4 April 1944.

Van Mechelen naar Auschwitz.

Het 24e Konvooi bestaat uit 625 personen, waaronder 54 kinderen. Net als ook bij het vorige Joodse konvooi, het 23e-A van 15 Januari 1944, erg weinig qua aantal, maar het duurde slechts twee-en-halve maand en geen vier, om een contingent van hetzelfde belang samen te brengen. Dit wil zeggen dat de jacht op Joden is toegenomen, net als de andere repressies in het bezette gebied.

De politieke politie kreeg  vanaf Maart een nieuw hoofd; SS-kolonel Constantin Canaris heeft het commando overgenomen van het detachement van de Rijksveiligheid dat hij in November 1941 had overgelaten aan Ernst Ehlers, toen een SS-majoor. Bij de Joodse afdeling volgt een nieuw chef, SS-kapitein Werner Borchardt de SS-adjudant–chef Felix Weidman op. Deze laatste, een beroepsagent, vertoonde niet de ijver van de andere personen die belast waren met de Joodse aangelegenheden.

Op 9 October 1944 was dit middel noodzakelijk om een eint te maken aan de ontrouw van hun voorgangers: SS-kapitein Fritz Erdmann en zijn makker Kurt Assche, die zijn adjunct geworden was sedert zijn ontslag op 19 November 1942. Nochtans was zijn opvolger op zijn manier even hebberig, maar hij liet enkel betalen voor de vrijlating van rijke Joden.

Zijn vervanger kreeg in Maart 1944 de instructie “op bevel van het Centraal Bureau voor de Rijkszekerheid, met aandrang over te gaan tot de arrestatie van Joden”. In de mate van het mogelijke beantwoordt de versnelde vorming van het transport van 4 April deze nieuwe instructies.

Het 24e konvooi komt op 7 April 1944 in Auschwitz aan. Het wordt niet in dezelfde verhouding als de vorige konvooien uitgeroeid. De uitroeingsgraad van 43,2% herinnert aan het begin van de Belgische deportatie, toen het % van de tewerkstelling van gedeporteerden nog groter was dan het % van de  onmiddellijke uitmoording.

Van dit konvooi werden 270 personen vergast bij hun aankomst, maar 355 worden opgenomen in het concentratiekamp. Bijna een kwart van de ingeschreven gedeporteerden zullen een jaar later bij de bevrijding der kampen overleven: 147 personen. Nog nooit was het overlevingsgetal van een Joods konvooi uit België zo hoog: 23 ½ %.

Uit Het Memoriaal van de Deportatie der Belgische Joden, blz. 34 en 35.

Alle rechten voorbehouden