Abraham Bierschenk, die op 11 Augustus 1916 in Rotterdam werd geboren, was het derde kind van Benedictus Bierschenk en Rika Cosman. Hij trouwde in Rotterdam op 7 December 1938 met de Niet-Joodse Maria Pleuntje Ouwens. Abraham woonde in de Boxmeerstraat 89 in Rotterdam en uit zijn registratiekaart bij de Joodse Raad bleek dat hij een kind had “onder de 16 jaar”.
Abraham was “gesperrt"; zijn Sperre was gestempeld in zijn Persoons Bewijs. Mogelijk was dat voor Abraham een reden om wat risico’s te nemen die hem toch fataal geworden zijn. Waarschijnlijk werd hij opgepakt voor de een of andere overtreding (onderduik of vlucht?) en toen ging het allemaal heel snel. Hij belandde in de gevangenis van Breda maar werd gelijk doorgestuurd naar Westerbork, waar hij op 11 December 1942 binnen kwam en de volgende dag al, op 12 December op transport gesteld werd naar Auschwitz.
In verband met gebruik van het treinmaterieel voor de militairen die met kerstreces gingen was dit transport van 12 December tevens het laatste transport van 1942. Het omvatte 757 gedeporteerden en arriveerde in Auschwitz op 14/15 December 1942. Uit dat transport zijn er 158 mannen uitgehaald voor dwangarbeid maar geen enkele vrouw. Niemand heeft het overleefd.
Na de oorlog heeft het Nederlandse Ministerie van Justitie opdracht gegeven aan de gemeente Rotterdam om een overlijdensakte voor Abraham Bierschenk op te stellen, waarin is vastgesteld dat Abraham Bierschenk op 28 Februari 1943 in Auschwitz om het leven is gekomen.
Bronnen o.a. Stadsarchief Rotterdam, gezinskaart Benedictus Bierschenk; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Abraham Bierschenk, Overlijdensregister Rotterdam v1-035v, akte 1951 nr.202 van Abraham Bierschenk; wikipedialijst Jodentransporten vanuit Nederland en onderzoek en aanvullingen van de conservator Sjoa en Hollandse Schouwburg.