Het gezin De Leeuw, bestaande uit vader Hartog, moeder Cato en de dochters Eva en Roosje, verhuisde op 14 Augustus 1915 vanuit Borgerhout in Belgie naar Nieuwer Amstel, waar Reintje als derde dochter op 19 Juni 1917 werd geboren. Tot aan zijn huwelijk in 1912 was vader Hartog diamantslijper, maar later werd hij bloemist, en vanaf Maart 1923 tuinman en grafdelver bij de N.I.H.S, de Nederlandse Israëlitische Hoofd Synagoge.
In December 1929 verhuisde het gezin naar de Hartevelscheweg in Diemen, in Maart 1930 naar de Kraaipanstraat in de Transvaal buurt van Amsterdam-Oost en in October 1935 naar de Brinkstraat 38 hs in Betondorp. Reintje was inmiddels ook verblijdt met een broertje, Abraham, die Bram genoemd werd, en op 6 Augustus 1921 in Amsterdam was geboren. En zelf was Reintje al werkzaam in de confectieindustrie als knipster.
Haar oudste zus Eva was inmiddels in 1936 gehuwd met Simon Andries van Gelder, en in October 1940 vertrok Reintje uit de Brinkstraat naar het Voltaplein 30, waar haar zus en zwager woonden. Daar heeft zij ingewoond tot September 1941 en toen keerde zij weer terug naar haar ouderlijk huis in de Brinkstraat.
Reintje werd op al 14 Juli 1942 opgeroepen voor de z.g. “Arbeitseinsatz”, de werkverruiming in Duitsland onder politietoezicht, maar haar vader had een “Sperre wegens functie” waardoor het hele nog thuiswonende gezin voorlopig vrijgesteld was van deportatie naar het Oosten. Ook Reintje hoefde “voorlopig” nog niet op transport.
Niet lang nadat de bouw van het “Kozentrationslager Herzogenbusch” in Vught was begonnen in de loop van 1942, werd Reintje de Leeuw in Februari 1943 gearresteerd en op de 23e van die maand overgebracht naar dat nieuwe kamp. Daar heeft zij bijna 11 maanden moeten verblijven. Op 6 September 1943 werd zij in kamp Vught tewerkgesteld als naaister bij “Splitter”, de voorman of vrouw van het kommando bontwerkers.
Op 15 November 1943 werd Reintje vanuit Kamp Vught via Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz. Na aankomst werd de toen 26-jarige Reintje geselecteerd om in het kamp nog dwangarbeid te verrichten, maar het is niet bekend waar zij terecht kwam, wat zij heeft moeten doen en ook haar precieze datum van overlijden is onbekend. Zij was ongehuwd.
Daarom hebben de Nederlandse Autoriteiten na de oorlog vastgesteld, mede op basis van getuigenissen van overlevenden en onderzoek, dat Reintje de Leeuw niet meer na 31 Januari 1944 in leven zou kunnen zijn. De gemeente Amsterdam kreeg toen de opdracht op een akte van overlijden voor Reintje de Leeuw op te maken, waarin is vastgelegd dat zij op 31 Januari 1944 in Auschwitz is overleden.
Bronnen o.a. het Stadsarchief Amsterdam, gezinskaarten en archiefkaart Hartog de Leeuw, archiefkaart Reintje de Leeuw, website ITA Arolson/kampkaart Vught/Reintje de Leeuw; website Traces of War/kamp Vught; het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Reintje de Leeuw; Wikipedia website jodentransporten vanuit Nederland.nl en de overlijdensakte voor Reintje de Leeuw, opgemaakt te Amsterdam op 24 Augustus 1951, nummer 402 uit register 84-folio 69.