Verhaal

Biografie gezin Bacharach

Levie Bacharach is de zoon van Aaltje Bacharach. Van zijn vader is niet meer bekend, dan dat hij zijn zoon nooit officieel heeft erkend. Daarom draagt Levie de achternaam van zijn moeder, Bacharach. Deze overlijdt als Levie net tien jaar oud is. Drie maanden voor haar dood is ze in het huwelijk getreden met Christianus de Vries.
Onduidelijk is of Levie voor of na het overlijden van zijn moeder in het Joodse tehuis ‘De Bergstichting’ in Laren wordt geplaatst. Deze instelling voor uit huis geplaatste Joodse kinderen staat in de omgeving te boek als ‘goed’.

Ester Levitus is het eerste kind uit het huwelijk van koopman in haring Liepman Levitus en Roosje Engelander. Ester verhuist met haar ouders naar Den Haag, hier krijgt ze drie broertjes. In 1922 verliest de dan tienjarige Ester haar moeder. Haar vader hertrouwt, maar Ester blijft toch in ‘De Bergstichting’. Ook haar twee nog in leven zijnde broertjes worden hier geplaatst.

Zeer waarschijnlijk hebben Levie en Ester elkaar in dit Joodse tehuis ontmoet. Ester krijgt hier een opleiding in de huishoudelijke dienst aangeboden. Als volwassen vrouw gaat ze werken in het Joodse bejaardentehuis ‘Aulida’ in Arnhem. Daar klimt ze op tot hoofd van de huishoudelijke dienst. Ook wordt ze genoemd als dienstbode. Haar vader overleeft de oorlog en overlijdt in 1970.

In 1927 wordt Levie, dan twintig jaar oud, opgeroepen om in het Nederlandse leger te dienen. In het militieregister staat vermeld dat hij 1 meter 70 lang is en in het dagelijkse leven bankwerker en smid van beroep is. Hij begint zijn dienstplicht bij de afdeling vestingartillerie. Na de dienstplicht wordt hij nog enkele keren opgeroepen voor oefeningen.

Op 29 april 1937 gaan Levi en Ester in ondertrouw, zoals te vinden is in de Apeldoornsche Courant. Ze trouwen op 19 mei 1937, de plechtigheid vindt plaats in Arnhem. Levie Bacharach werkt als verpleger in het Apeldoornsche Bosch, ook Ester werkt er. Op 14 maart 1939 bevalt Ester van een dochter, Gretha. Het echtpaar gaat wonen in de Abrikozenweg op nummer 23. De exacte verhuisdatum is onbekend, maar het is in ieder geval vóór mei 1939. Ze wonen naast het eveneens Joodse gezin Wallage.

Tijdens de algehele mobilisatie, eind augustus 1939, wordt Levie weer opgeroepen; het Nederlandse leger bereidt zich voor op mogelijke oorlogsdeelname. Levie wordt ingedeeld bij het 12e Regiment Motorartillerie, één van de legerafdelingen met veldkanonnen. De veldkanonnen kunnen met trucks worden verplaatst, enkele andere legereenheden gebruiken hiervoor nog paarden. Levie is één van de mannen die positie moet innemen in de omgeving van Amerongen en Leersum, vanuit daar konden de veldkanonnen verder gelegen doelen beschieten. In de meidagen van 1940 raakt Levie Bacharach gewond. Waar, wanneer en onder welke omstandigheden hij gewond is geraakt, is niet meer te achterhalen. Bijna een half jaar later bezwijkt hij aan zijn verwondingen. Zijn buurman, Levie Wallage, doet aangifte van zijn overlijden. Ester blijft achter met haar dochter. Ze verhuist met haar naar de Kleine Velderslaan, waar ze gaat wonen op nummer 6 (de huidige Bremweg 6). De verhuisdatum is niet exact te achterhalen, maar het is vóór mei 1941.

In de nacht van 17 op 18 november 1942 vinden er in Gelderland in verschillende plaatsen grote razzia’s plaats. In Apeldoorn wordt een onbekend aantal Joden uit hun huizen gehaald en lopend naar het plaatselijke treinstation geleid. Van daaruit worden ze per trein naar Kamp Westerbork gedeporteerd. Onder hen zijn Ester en haar dochter Gretha. Een andere bron spreekt over zevenenzestig opgepakte Joden.

Moeder en dochter zitten een kleine week in het doorgangskamp opgesloten, tot ze op dinsdag 24 november 1942 op transport moeten. Transport 38 vertrekt, met 709 gedeporteerden in tien wagons, naar vernietigingskamp Auschwitz. Moeder en dochter komen drie dagen later aan op het treinstation van Auschwitz. Vanuit hier leggen ze de route af naar de gaskamers. waar ze om het leven worden gebracht.

Ministerie van Defensie, Noord-Hollands Archief en Delpher (gedigitaliseerde Nederlandse historische kranten). CODA Archief Apeldoorn, Erica adresboek van Apeldoorn, Yad Vashem, het Gelders Archief, afdeling ‘Naam & Gezicht’ van het herinneringscentrum Kamp Westerbork en het boek ‘In Memoriam’ door Guus Luijters.

11 mei 2019