Karl Weisz, geboren op 25 Februari 1906 in Schoten en Johannes Weisz, geboren op 8 Februari 1914 in Heerenveen, waren natuurlijke zonen van de ongehuwde moeder Johanna Helena Weiss, een dochter van Karl Weiss en een onbekende moeder. Johanna was geboren rond 1880 in Klein Osterhausen in Duitsland en overleed op 49-jarige leeftijd op 2 April 1929 in Middelburg.
Johanna Helena Weiss behoorde tot de Sinti en Roma en volgens de registratie uit 1927 van het Stadsarchief van Rotterdam, behoorde zij, én haar kinderen tot de Rooms Katholieke geloofsgemeenschap. Johanna was een koopvrouw en reisde rond door binnen- en buitenland. Haar kinderen zijn dan ook allemaal in verschillende gemeenten geboren en ook zij stonden stonden te boek als koopman en koopvrouw.
Johanna Helena’s kinderen waren Karl, geboren in de Nederlandse gemeente Schoten op 25 Februari 1906; Jacob, geboren op 25 Januari 1910 in Putten; Christina, geboren op 30 Maart 1911 in Meppel; Emilia, geboren op 25 Maart 1912 in Schaerbeek België; Johannes, geboren op 8 Februari 1914 in Heerenveen; Dolfien, geboren op 27 November 1915 in Zutphen en Augusta Josephina, geboren op 21 Juni 1919 in Schagen. Alleen Karl en Johannes zijn tijdens de Holocaust vermoord; alle andere kinderen, al dan niet met hun gezinnen, hebben voor zover bekend, mogelijk de oorlog overleefd.
Uit het Rotterdamse Bevolkingsregister blijkt dat Johanna Helena Weiss op 11 Augustus 1927 met haar zeven kinderen vanuit Amersfoort in de gemeente Rotterdam is aangekomen. Zij bewoonden Woonwagen “Roermond 132” en hadden een standplaats op het woonwagenkamp Nieuw Terbregschseweg in Rotterdam. Na het overlijden van Johanna Helena Weiss in 1929 in Middelburg, zijn alle kinderen zelfstandig uit Rotterdam vertrokken: Karl vertrok op 1 Juli 1930 naar Dordtmund in Duitsland; Emilia ging op 9 September 1929 naar Haarlem, waar zij terecht kwam in de De Witstraat 37 en de anderen vertrokken allemaal op 2 November 1929 naar Den Haag, waar zij een plek kregen op het woonwagenkamp op de Slachthuiskade aldaar.
Karl Weisz, de eerstgeboren zoon van Johanna Helena Weiss, die op 25 Februari 1906 in Schoten was geboren, werd op 26 Februari 1906 aldaar door het echtpaar Emil Weisz en Helena Weisz als hun wettig kind aangegeven. De 26-jarige Emil Weisz was muzikant en de domicilie van Emil en zijn vrouw Helena was Wittnau in het Kanton Aargau in Zwitserland. In 1906 verbleven zij in Schoten, waar Karl geboren werd in Wijk A, nr. 13.
Karl was gehuwd met Frederica Rose. Zij was geboren op 12 Maart 1906 in het plaatsje Mees en de tweede van de acht kinderen van Erdman Rose en Sophia Weisz. Op 20 Maart 1939 kregen Karl en Frederica in Naaldwijk hun eerste kind: Emil.
Mogelijk behoorden Karl, Frederica en Emil tot de groep van 245 Sinti en Roma die op 19 Mei 1944 met het z.g. zigeunertransport werden gedeporteerd naar Auschwitz. Het transport volgde op een groot aantal razzia’s die op 16 mei 1944 in Nederland werden gehouden. Gearresteerde personen werden nog diezelfde dag overgebracht naar Westerbork waar ze in het strafgedeelte van het kamp werden geplaatst. Drie dagen later werden 245 Sinti en Roma vanuit dit doorgangskamp in Drenthe op transport naar Auschwitz gezet.
Karl Weisz zou op 1 November 1944 op een onbekende plaats om het leven zijn gekomen.Van zijn vrouw Frederica Rose is helemaal niets bekend waar en wanneer zij haar leven heeft verloren en van hun zoon Emil is alleen bekend dat hij in 1944 in Auschwitz is vermoord.
Johannes Weisz was het vijfde kind van Johanna Helena Weiss. Hij werd geboren in Heerenveen op 8 Februari 1914 en was gehuwd met de twee jaar jongere Johanna Gerarda Vos uit Nijmegen. Johannes was een rondreizend koopman; hij kreeg met Johanna Gerarda Vos vier kinderen, allen in verschillende gemeenten geboren. Eén kind heeft de oorlog overleefd. De andere drie kinderen, t.w. Augusta Josephina Theresia geboren op 20 Mei 1939 in Helmond, Johanna Helena geboren op 23 January 1941 in Veenendaal en Emile, geboren op 7 Juni 1943 in Zutphen, zijn tijdens de Holocaust vermoord, hoogst waarschijnlijk in Auschwitz.
Johannes’ echtgenote, Johanna Gerarda Vos is eveneens tijdens de Holocaust vermoord maar het is niet bekend waar en wanneer zij om het leven is gebracht. Mogelijk behoorde ook déze familie tot de groep van 245 Sinti en Roma die op 19 Mei 1943 met het z.g. zigeunertransport naar Auschwitz werden gedeporteerd.
Johannes Weisz zelf werd uiteindelijk als dwangarbeider tewerkgesteld in het voormalig nazi concentratiekamp Mittelbau Dora. Dit kamp was sinds Augustus 1943 een buitenkamp van Buchenwald en lag vlak bij Nordhausen en het iets Oostelijker gelegen Sangerhausen, maar vanaf de zomer 1944 werd Mittelbau Dora een onafhankelijk concentratiekamp met wel veertig “Aussenlager”. Daar is Johannes Weisz uiteindelijk op 13 November 1944 om het leven gekomen.
Bronnen o.a. Stadsarchief Rotterdam, Bevolkingsregister en gezinskaarten van Johanna Helena Weiss, Johannes Weisz, Karl Weisz, Jacob Weis, Christina Weis, Emila Weis en Augusta Josephina Weis; het gemeentearchief van Den Haag, gezinskaarten van Dolfien Weis en van Erdman Rose (1870); Gemeente Schoten, geboorteakte 44 voor Karl Weisz d.d. 26 Februari 1906 uit Schoten; overlijdensakte 1929-94 uit Rotterdam voor Johanna Helena Weiss; overlijdensakte voor Johannes Weisz, nr.280 van 8 December 1948, opgemaakt te Zutphen en diverse websites over zigeunertransporten, kz.Mittelbau-Dora en de gemeente Schoten.