Joseph Leeger, geboren op 31 Januari 1899 in Amsterdam, was een zoon van Elias Leeger en Rebecca Wurms. Hij trouwde op 26 Mei 1920 in Amsterdam met Aaltje Springer, die op 12 Juni 1899 in Amsterdam geboren was , als dochter van Barend Springer en Esther Berklou. Het echtpaar kreeg drie kinderen, t.w. Esther die op 27 December 1920 werd geboren, Elias op 13 November 1925 en Bernard Bob op 25 April 1930. Echter het huwelijk van Joseph en Aaltje hield geen stand en eindigde op 19 Juni 1936 in echtscheiding.
Ten tijde van zijn huwelijk was Joseph Leeger koopman in manufacturen maar vanaf November 1930 handelde hij ook in ongeregelde goederen waarmee hij van Maandag tot Vrijdag op de markt op het Waterlooplein stond. Dat was echter van korte duur want in December van dat jaar bedankte hij al weer voor zijn standplaats.
Na hun huwelijk in 1920 woonden Joseph en Aaltje in de Amstelstraat 16 maar verhuisden op 11 October 1922 naar de Tweede Boerhaavestraat 60 I en op 25 Augustus 1924 naar de Raamgracht 12 achterhuis. Vervolgens volgden nog verhuizingen naar de Weesperstraat en de Nieuwe Achtergracht maar al in Juli 1934 woonden Joseph en Aaltje al niet meer samen. Joseph woonde toen bij zijn vader Elias Leeger op de Zwanenburgwal 6 I in Amsterdam maar werd op 4 Juli 1940 als patiënt opgenomen in het Centraal Israëlitisch Krankzinnigengesticht “Het Apeldoornsche Bosch” in Apeldoorn.
In de nacht van 21 op 22 januari 1943 werd Het Apeldoornsche Bosch op brute wijze ontruimd door de Duitsers met behulp van de Joodse Ordedienst uit Westerbork (OD). Nadat alle patiënten en medewerkers op onmenselijke wijze in de wachtende trein waren geladen, werden ze naar Auschwitz gedeporteerd en bij aankomst aldaar op 25 januari 1943 direct vermoord, onder wie óók Joseph Leeger.
Bronnen o.a. Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Joseph Leeger en Aaltje Springer, gezinskaart Joseph Leeger, het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Joseph Leeger.