Chrisje Beek was de jongste van de zeven kinderen van Philip Leon Beek en Rebecca Koren. Zij had nog drie zusters, t.w. Eva, Elisabeth en Jansje en twee broers, Isaac en Jacob. Er was nog een broer Leon, die in 1895 overleden is, slechts 1 jaar oud. Haar zus Elisabeth is in 1939 op 52-jarige leeftijd ongehuwd overleden en haar broer Isaac, geboren in 1882, was gehuwd met Henriette Bramson en had drie kinderen. Isaac overleed in Hilversum in 1936, 53 jaar oud. Zijn vrouw en kinderen werden in de Sjoa vermoord.
Chrisje Beek was ongehuwd. Zij woonde in bij haar zuster Elisabeth in de Eerste van Swindenstraat 76 I in Amsterdam-Oost. Daar woonden ook haar zussen Jansje en Eva met haar man Jacque van Zwaanenburg en hun dochter Rebecca Louise in. Chrisje verhuisde in 1920 naar de Wagenaarstraat 8 I en op 20 Juli 1927 verhuisde zij naar de Mesdagstraat 14 I in Amsterdam-Zuid, waar uiteindelijk ook haar zussen Jansje en Eva met haar dochtertje kwamen wonen
Chrisje Beek was verpleegster van beroep en bezat haar diploma’s ziekenverpleging. Zij was door de Joodse Raad gelegitimeerd om als particulier verpleegster werkzaam te zijn, hetgeen niet voorkwam, dat zij op 26 Juli 1943 werd opgepakt en in Westerbork in de strafbarak 67 terechtkwam. Op 24 Augustus werd Chrisje Beek op transport gesteld naar Auschwitz, waar zij op 27 Augustus 1943 bij aankomst aldaar onmiddellijk werd vermoord.
Bronnen o.a..Stadsarchief Amsterdam, gezinskaart Elisabeth Beek, archiefkaart Chrisje Beek, woningkaarten Mesdagstraat 14 Amsterdam en Wagenaarstraat 8 in Amsterdam en het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Chrisje Beek.