Jonas Knoop, geboren op 31 Mei 1877 in Amsterdam was een zoon van Hartog Barend Knoop en Benvenida Cohen de Solla. Hij trouwde op 31-jarige leeftijd op 4 Februari 1909 in Amsterdam met zijn 27-jarige nicht Marie Knoop, die geboren was op 10 Augustus 1881 in Amsterdam als dochter van zijn vader’s broer Salomon Knoopdie gehuwd was met Ribca Lopes Cardozo.
Het echtpaar Knoop-Knoop kreeg acht kinderen, t.w. Salomon in 1910, Herman in 1911, Frederik Samuel in 1913, Willem Albert in 1914, Maurits Salomon in 1916, Hendrika Benvenida in 1918, Eduard in 1921 en Jacob Andries in 1924. Herman, Frederik Samuel, Willem Albert en Hendrika Benvenida hebben tijdens de Sjoa hun leven verloren; de andere vier kinderen zijn op jonge leeftijd overleden.
Hun zoon Herman Knoop, een tekenaar van beroep, had na de zomer van 1942 waarschijnlijk geprobeerd aan deportatie te ontkomen door via Belgie naar Frankrijk te vluchten maar werd kennelijk op enig moment in Belgie gearresteerd en op 24 oktober 1942 met het 14e konvooi van Mechelen naar Auschwitz gedeporteerd. Dit transport, samen met het 15e konvooi, heeft geen stop in Kozel gemaakt, waar doorgaans mannen tussen 15 en 50 jaar de trein moesten verlaten om als dwangarbeiders tewerkgesteld te worden in de omliggende werkkampen. Alle gedeporteerden zijn in Auschwitz aangekomen. Of Herman Knoop daarna nog als dwangarbeider tewerkgesteld is of dat hij bij aankomst op ±26 October direct werd vermoord is niet bekend. Daarom staat er op het Joods Monument bij zijn overlijden:“Gemeente niet bekend en Datum niet bekend”.
Of Frederik Samuel Knoop samen met zijn broer Herman uit Nederland is vertrokken om aan deportatie te ontkomen is niet bekend. Maar het is wel bekend dat Frederik Samuel in Frankrijk is gearresteerd en op 23 Juni 1943 vanuit Drancy met konvooi 55 naar Auschwitz is gedeporteerd. Dit transport zal ± 25 Juni 1943 daar zijn aangekomen maar het is niet bekend of Frederik Samuel bij aankomst daar nog tewerkgesteld is als dwangarbeider of dat hij bij aankomst onmiddellijk werd vermoord. Daarom staat er op het Joods Monument ook bij zijn overlijden : “Gemeente niet bekend en Datum niet bekend”.
Hun zoon Willem Albert Knoop en zijn zus Hendrika Benvenida Knoop werden op 16 Maart 1943 vanuit hun ouderlijk huis in de Topaasstraat 18 afgevoerd naar Westerbork. Willem Albert belandde daar in barak 70; van Hendrika Benvenida is dat niet bekend. Op 23 Maart 1943 werden zij beiden naar Sobibor gedeporteerd waar zij bij aankomst aldaar op 26 Maart 1943 onmiddellijk werden vermoord.
Jonas en zijn vrouw Marie werden beiden op 15 April 1943 vanuit hun huis via de Hollandsche Schouwburg afgevoerd naar Westerbork waar zij terecht kwamen in barak 62. Op 4 Mei werden zij beiden op transport gesteld naar Sobibor waar zij bij aankomst aldaar op 7 Mei 1943 onmiddellijk in de gaskamers werden vermoord.
Bronnen o.a.: Stadsarchief Amsterdam, archiefkaarten van Jonas Knoop en Marie Knoop, gezinskaart van Salomon Knoop (1860), Overgenomen delen 1892-1920/Hartog Barend Knoop, archiefkaarten van Herman, Frederik Samuel, Hendrika Benvenida en Willem Albert Knoop en het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Jonas Knoop, Marie Knoop-Knoop en van Herman, Willem Albert, Frederik Samuel, Willem Albert en Hendrika Benvenida Knoop.