Martin Isidoor Knorringa, de jongste van de twee kinderen van Sallie en Jenetta Knorringa, heeft de Holocaust overleefd. Uit de archieven van de Joodse Raad blijkt dat hij tussen 3 en 5 October tijdens de grote razzia’s werd opgepakt en afgevoerd naar Westerbork en dat hij op 23 October 1942 naar Auschwitz werd gedeporteerd. Bij aankomst aldaar op ± 26 October 1942 werd hij geselecteerd als dwangarbeider en kreeg hij het nummer A-5530 op zijn linkerarm getatoeëerd. Martin Knorringa was toen nog ongehuwd.
Een “Rapport van Bevinding” van het Hoofdbestuur van het Nederlansche Rode Kruis, gezonden aan de Secretaris der Commissie van Advies Vervolgden/Oorlogsslachtoffers in Arnhem van Mei 1971 geeft de lotgevallen weer, zoals Martin Knorringa die heeft moeten ondergaan: “Martin Knorringa werd op 2 October 1942 aangehouden en vervolgens naar Westerbork overgebracht. Vandaar werd hij op 23 October 1942 gedeporteerd naar Auschwitz. Hij verbleef in talrijke werkkampen in Oberschlesien. Op 9 Februari 1945 werd hij geëvacueerd naar Buchenwald waar hij op 11 April 1945 werd bevrijd. Vanaf 14 Februari 1945, na aankomst uit Gross Rosen in Buchenwald, werd hij behandeld voor bevroren voeten tot ca. 25 Februari 1945.”
Na afloop van de oorlog was Martin Isidoor Knoringa in staat weer terug te keren naar Nederland waar hij is opgevangen door de familie Okken in Drenthe. Martin Knorringa is na de oorlog maar kort in Nederland gebleven; hij is naar Israël gegaan maar later weer teruggekeerd naar Nederland waar hij in 2015 is overleden.
Bronnen o.a. het archief van de Joodse Raad, registratiekaart van Martin Knorringa, de ITS Arolson Archieven, registraties Martin Knorringa uit Buchenwald en Gross Rosen, het Rapport van Bevinding van het Nederlandse Rode Kruis uit 1971 en aanvullingen door zijn kinderen M.Knorringa en J. Knorringa.
Toevoeging van de zoon van Martin Knorringa juli en september 2020:
Martin Isidoor Knorringa geb. 24-6-1927 is in concentratiekamp Auschwitz geregistreerd en te werk gesteld met getatoeëerd het nummer op zijn linker arm A-5530. Het klopt inderdaad dat hij terecht is gekomen via Gross Grossen, is gedeporteerd naar Concentratiekamp Buchenwald, ook klopt het dat hij is geïnterviewd, door Dhr. Wim Ensink te Laren. Ik heb daar persoonlijk bij gezeten.