'Gedenken wij thans onze doden' uit 1945 van Jacques Presser en
'Steen-inscriptie' van Ida Gerhardt:
Gedenken wij thans onze doden uit 1945
Gedenken wij thans onze doden
Want straks, wanneer wij zijn bevrijd,
zullen ons andere plichten noden
en nieuwe smarten staan bereid.
Herdenken wij wie van ons gingen
En die wij hebben liefgehad
Straks zijn zij ons herinneringen
En eenmaal zelfs niet meer dan dat.
Hoelang nog zal hun glimlach beven
Door onze tranen; van hun woord
De echo in onze harten leven?
Hoe lang nog? Ach, wij moeten voort.
Ons wenken straks weer verdere kimmen,
Ons wacht een smal en doornig pas.
Gedenken wij thans nog de schimmen
van wie wij hebben liefgehad.
(Jacques Presser)
Steen-inscriptie
Dit is de stoet der Joden, saamgesnoerd met touwen,
de blote zolen op het rotsplateau geplant;
de mannen stom gefnuikt, de lastbeladen vrouwen
met kinderen geklemd aan de gebonden hand.
De daad van Pharaoh in het graniet geschreven;
trotse hiëroglyphen melden stam en tal.
'k zie een grauw perron, de Joden saamgedreven,
de rijen ogen links, naar Pharaoh beval.
De steenhouwer zou één fout met de dood bekopen:
er mag geen naam ontbreken in de slaventrein.
Opdat zij zouden gaan, schroefde ik de schrijfstift open,
de letters zettend die nooit uit te wissen zijn.
Ariër-verklaring 1941
(Ida Gerhardt, uit: De hovenier, 1961)