Salomon Rabbie, geboren op 20 Juni 1899 in Amsterdam als zoon van Levie Rabbie en Leentje Rabbie-Rabbie, trouwde op 25 Juni 1924 in Amsterdam met Hester Velleman uit Groningen. Zij was geboren op 22 April 1903 als dochter van Benjamin Velleman en Rachel Jakoba Levie. Het echtpaar kreeg op 29 Mei 1925 een dochter Helena. Allen zijn tijdens de Sjoa vermoord.
Salomon Rabbie was koopman in manufacturen en zijn vrouw Hester was vertegenwoordiger in corsages. Zij woonden na hun huwelijk in 1924 op de Nieuwe Keizersgracht 21 II maar zij verhuisden op 16 December 1925 naar de Sarphatistraat 187. In 1931 verhuisden zij naar de Andreas Bonnstraat 21 en in Maart 1935 naar het Boerhaaveplein 18 II, waar zij gingen inwonen bij haar moeder, de weduwe Rachel Jakoba Velleman-Levie en haar ongehuwde zus en schoonzus Klaartje Velleman.
Op 28 Juli 1942 werden Salomon en zijn vrouw Hester in Westerbork geregistreerd. Terzelfder tijd ook hun dochter Helena. Op 31 Juli werden Salomon en Hester en vermoedelijk ook hun dochter Helena gedeporteerd naar Auschwitz, waar hen zware dwangarbeid wachtte, maar het is niet bekend op welke datum precies zij daar om het leven zijn gekomen.
Daarom is op 15 Juni 1949 bij beschikking van de Arrondissement Rechtbank van Amsterdam gelast aan de Gemeente Amsterdam aanvullingen te plaatsen in het Register van Overlijden van de Burgerlijke Stand van Amsterdam, in dier voege dat daarin alsnog wordt ingeschreven het overlijden Salomon Rabbie en van zijn echtgenote Hester Velleman te Auschwitz ná 31 Juli 1942 doch uiterlijk in de loop van September 1942.
Bronnen o.a. Stadsachief van Amsterdam, gezinskaart en archiefkaart van Salomon Rabbie, archiefkaart van Hester Velleman; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Salomon Velleman en Hester Velleman-Rabbie en de overlijdensakte 239 in het register 3 van 1949, folio 75v.