Verhaal

Fragment uit "Kom vanavond met verhalen"

Het Montessori Lyceum in de oorlogsjaren (publicatie 2008)

Hermann Jacques Jordan

9 juli 1877 - 21 september 1943 

Prof.dr. Jordan werd in 1928 gevraagd voor het bestuur van het Montessori Lyceum in oprichting. In 1932 werd hij lid van het toen opgerichte curatorium. Hij had grote belangstelling voor pedagogiek, schreef een leerboek voor de middelbare school, en was binnen de Nederlandse Montessori Vereniging voorzitter van een studiecommissie voor het montessori-onderwijs. Zijn zoon Hermann Julius, van 1930 tot 1943 docent biologie aan het Montessori Lyceum, stichtte in 1945 een montessori lyceum met internaat in Utrecht (het latere Herman Jordanlyceum in Zeist).

Zoöloog, dierfysioloog en pedagoog prof.dr. Jordan werd geboren in Parijs. Hij was vanaf 1915 bijzonder en later gewoon hoogleraar in de vergelijkende fysiologie der dieren aan de Rijksuniversiteit Utrecht, en wordt beschouwd als een van de grondleggers van deze tak van wetenschap. Hij verrichtte baanbrekend onderzoek en publiceerde tal van boeken op zijn vakgebied. Ook in andere landen kreeg hij erkenning voor zijn werk.

Jordan werd in november 1940 samen met alle Joodse hoogleraren op non-actief gesteld. Hij kwam in 1941 in de problemen door een onvolledig ingevulde afstammingsverklaring: hij wist niet tot welke kerkgenootschappen zijn (groot-)ouders hadden behoord, met andere woorden in hoeverre hij Joods of niet-Joods was. De secretaris-generaal voor het onderwijs nam echter, in afwachting van nader onderzoek, aan dat Jordan Joods was. Op 1 april 1943 werd hij ontslagen, terwijl het onderzoek nog gaande was. Maar Jordan wachtte het resultaat daarvan niet meer af. Met zijn vrouw dook hij onder in Wageningen, waar hij op 21 september 1943, 66 jaar oud, aan een hersenbloeding overleed. Hij werd daar begraven met hulp van het verzet. Na de oorlog is hij herbegraven.

Rectrix juffrouw Osterkamp bij de herdenking in 1946 van de omgekomenen: ‘Tragisch was zijn heengaan op een tijdstip waarop het gevaarlijk voor hem was tot de levenden te behoren, en waarop het bekend worden van zijn overlijden ’n gevaar betekende voor degenen, die hem het naast stonden.’

Alle rechten voorbehouden