Jonas Fresco, geboren op 7 Februari 1893 in Den Haag, was een zoon van Marcus Fresco en Rika Fresco. Hij was schilder van beroep en ongehuwd. Zijn ouders, die in 1888 in het huwelijk traden, waren al vóór de oorlog overleden: zijn moeder in 1932 en zijn vader in 1937. Jonas had nog twee broers: Levie, die in 1888 geboren was, in Den Haag woonde met zijn vrouw en drie kinderen en Salomon, die in 1891 was geboren, in Oss woonde met zijn vrouw en eveneens drie kinderen. Jonas zelf en zijn beide broers zijn met hun gezinnen tijdens de Sjoa vermoord. Jonas woonde vanaf 4 Januari 1937 op het Spui 210 A in Den Haag. Dit was ook het adres van waar hij in October 1942 werd afgevoerd naar Westerbork. Daarvoor woonde hij 2 jaar op Spui nr. 84 a en vanaf 1932 tot 1935 op het Hofwijckplein 31.
In Den Haag werden in het kader van de zogenaamde “gezinshereniging” families, waarvan leden in Nederlandse werkkampen tewerkgesteld waren, op 2 October 1942 ‘s-nachts uit hun huizen opgehaald en afgevoerd naar Westerbork. Jonas’ broer Salomon, die in Oss woonde, was als dwangarbeider tewerkgesteld in het werkkamp Twilhaar in Overijssel en werd van daar op 2 October afgevoerd naar Westerbork. Zijn vrouw “voegde” zich bij hem en beiden werden op 5 October gedeporteerd naar Auschwitz en daar op 8 October 1942 onmiddellijk vermoord. Jonas’ broer Levie kwam met zijn vrouw omstreeks diezelfde tijd in Westerbork aan. Jonas was daar al tussen 3 en 5 October 1942 binnengebracht. Op 16 October werden Levie Fresco en zijn vrouw én Jonas zelf op transport gesteld naar Auschwitz, waar bij aankomst Levie en zijn vrouw direct werden vermoord.
Het transport van 16 October 1942 stond bekend als één van de vele Kozel transporten en bevatte meer dan 1700 gedeporteerden. De trein stopte in het plaatsje Kozel, ca 80 km westelijk van Auschwitz gelegen, waar 570 jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar werden gedwongen om de trein te verlaten. Zij zouden vervolgens in de omliggende werkkampen van Auschwitz als dwangarbeiders tewerkgesteld worden. Zij, die achterbleven in de trein werden verder naar Auschwitz vervoerd om daar in de gaskamers te worden vermoord.
Jonas Fresco behoorde tot die groep van 570 personen die de trein moesten verlaten en is als dwangarbeider terecht gekomen in het “Reichs Autobahnlager”Annaberg” in Opper Silezie in Polen. Na de oorlog was wél bekend dat Jonas Fresco de Sjoa niet had overleefd, maar het was niet bekend waar, wanneer en onder welke omstandigheden. Daarom werd op last van het Ministerie van Justitie in de gemeente Den Haag voor Jonas Fresco een overlijdensakte opgemaakt, waarin de plaats en datum van zijn overlijden zijn vastgesteld als op 31 Maart 1944 in Midden Europa.
Echter in 2015 is er in Polen onderzoek verricht naar de slachtoffers van o.a. het Reichsautobahnlager Annaberg” in Opper Silezie, (Polen) waar meerdere aktes van overlijden zijn gevonden, waaronder ook die van Jonas Fresco. Daaruit is gebleken dat hij op 1 December 1942 in het Lager Annaberg om het leven is gekomen. Op de overlijdensakte is “ontsteking van de hartspier” als doodsoorzaak vermeld. (Herzmuskelentzündung).
Bij de vaststelling van de overlijdensdatum van Jonas Fresco wordt echter de officiële Nederlandse datum van 31 Maart 1944 gehandhaafd, de juridische overlijdensdatum, door het Ministerie van Justitie vastgesteld.
Bronnen o.a. het Gemeente Archief Den Haag, gezinskaarten van Jonas Fresco en Marcus Fresco; overlijdensakte Den Haag vanwege Ministerie van Justitie, nr. C104 d.d. 12 Januari 1952; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Jonas Fresco, Levie Fresco en Salomon Fresco; website Joods Erfgoed Den Haag/razzia's en deportaties; website Jodentransporten vanuit Nederland en Edward Haduch, Kedzierzyn-Kozle (Polen), de overlijdensakte van Jonas Fresco uit het Bevolkingsregister (Standesamt) Annaberg.