Nathan Frank was een zoon van Hartog Frank en Mietje Smeer. Hij trouwde in Amsterdam op 17 Augustus 1916 met Vrouwtje Pront, een dochter van Leendert Pront en Elisabeth Arbeid. Het echtpaar kreeg twee kinderen, t.w. Elizabeth op 28 Mei 1917 en Mietje op 28 Mei 1921.
Na zijn huwelijk in 1916 woonde hij met zijn echtgenote Vrouwtje Pront in de Tweede Oosterparkstraat 31 in Amsterdam-Oost. Nathan was los werkman, maar verkocht ook als marktkoopman zijn handel op markten: vanaf 1 Januari 1924 kousen op het Waterlooplein en vanaf Maart 1924 op de Westermarkt. Vanaf half November 1924 verbleef Nathan Frank voor enkele maanden in Antwerpen als diamantslijper, maar keerde in Februari 1925 weer terug naar Amsterdam, vermoedelijk met weinig succes. Eind Juni 1926 verhuisde het gezin naar de Snoekjesgracht en vanaf 25 Juni 1935 woonden zij in de Nieuwe Uilenburgerstraat 12 I.
De beide kinderen van Nathan en Vrouwtje, Elizabeth en Mietje traden in 1939 en 1942 in het huwelijk: Elizabeth huwde Hartog Prins op 2 Augustus 1939; zij werden tijdens de Sjoa vermoord. Mietje trouwde op 8 April 1942 met Simon de Vries die in Monowitz om het leven kwam. Mietje echter behoordde tot het Philips Kommando en overleefde de Holocaust; zij keerde in Augustus 1945 vanuit Zweden terug in Amsterdam.
Nathan Frank en zijn vrouw Vrouwtje werden op 1 October 1942 afgevoerd naar Westerbork van waar zij de volgende dag al, op 2 October op transport gesteld werden naar Auschwitz. Op 5 October 1942 arriveerde het transport in Auschwitz, waar Vrouwtje Frank-Pront onmiddellijk in de gaskamers werd vermoord. Haar man Nathan Frank had de trein al eerder in Kozel moeten verlaten.
Dat transport van 2 October 1942 was één van de z.g. Kozel-transporten en bevatte meer dan 1000 gedeporteerden. De trein stopte in het plaatsje Kozel, ca 80 km westelijk van Auschwitz gelegen, waar 160 jongens en mannen tussen 15 en 50 jaar werden gedwongen om de trein te verlaten. Zij werden vervolgens in de omliggende werkkampen van Auschwitz als dwangarbeiders tewerkgesteld. Echter zij, die in de trein achterbleven, werden verder naar Auschwitz vervoerd om daar in de gaskamers te worden vermoord, waaronder Vrouwtje Frank-Pront.
Nathan Frank behoorde tot die groep van 160 personen die de trein moesten verlaten en is als dwangarbeider terecht gekomen in het “Reichs Autobahnlager”Annaberg” in Opper Silezie in Polen. Na de oorlog was wél bekend dat Nathan Frank de Sjoa niet had overleefd, maar het was niet bekend waar, wanneer en onder welke omstandigheden. Daarom werd op last van het Ministerie van Justitie in de gemeente Amsterdam voor Nathan Frank een overlijdensakte opgemaakt, waarin de plaats en datum van zijn overlijden zijn vastgesteld als op 31 Maart 1943 in Schoppinitz.
Echter in 2015 is er in Polen onderzoek verricht naar de slachtoffers van o.a. het Reichsautobahnlager Annaberg” in Opper Silezie waar meerdere aktes van overlijden zijn gevonden, waaronder óók die van Nathan Frank. Daaruit is gebleken dat hij op 11 December 1942 in het Lager Annaberg om het leven is gekomen. Op de overlijdensakte is “gangreen en algemene verzwakking van het lichaam” als doodsoorzaak vermeld. (Gangraen und allgemeine Körperschwäche).
Bij de vaststelling van de overlijdensdatum van Nathan Frank wordt echter de officiële Nederlandse datum en plaats van 31 Maart 1943 in Schoppinitz gehandhaafd, de juridische overlijdensdatum en plaats, door het Ministerie van Justitie vastgesteld.
Bronnen o.a. Stadsarchief van Amsterdam, gezinskaart van Nathan Frank; archiefkaarten van Nathan Frank, Vrouwtje Pront, Hartog Prins en Elizabeth Frank. Amsterdamse geboorteakte 6189 van 29 Mei 1917 voor Elizabeth Frank, Overlijdensakte Amsterdam voor Nathan Frank, Reg.A90-fol 43v-akte 249 d.d. 13 Dec.1951; het archief van de Joodse Raad, registratiekaarten van Nathan Frank, Vrouwtje Frank-Pront, Mietje Frank, Elizabeth Frank en Hartog Prins; website Jodentransporten vanuit Nederland en Edward Haduch, Kedzierzyn-Kozle (Polen), de overlijdensakte van Nathan Frank uit het Bevolkingsregister (Standesamt) Annaberg.