Verhaal

De vrouw van Leon Haagman, Sophia Johanna Louisa Haagman Kagenaar

Overleden bij het bombardement van 3 maart 1945 op het Bezuidenhout Den Haag

Door: Ronald

Slachtofferkaart 372 A 7-3

Sophia Johanna Louisa Kagenaar is geboren 22 oktober 1893 te Rotterdam. Op 6 januari 1938 trouwen Leon en Sophia te Voorburg. Op 23 maart 1939 gaan ze wonen aan de Joan Maetsuyckerstraat 223 (Bezuidenhout).

Na de deportatie van Leon verhuist Sophia op een gegeven moment naar Laan van Nieuw Oost Indië 157, ze is inwonend bij het echtpaar Jan Bastiaan Treure en Neeltje Treure van Dijk. Sophia is tevens huishoudster van de Familie Treure.

Op 3 maart 1945 is het Bombardement op de Haagse wijk Bezuidenhout. Sophia komt om het leven en krijgt het slachtoffernummer 372 A 7-3.

 

Vanaf 20 maart 1945 t/m 23 maart zijn een aantal getuigenverklaringen opgemaakt m.b.t. de slachtoffers in het perceel Laan van Nieuw Oost Indië 157.

Dirk Simon  KAGENAAR, geboren 22 October 1894 te Rotterdam, procuratiehouder, wonende Valkenboschlaan 114 te ’s-Gravenhage, die desgevraagd het navolgende verklaarde:

“Mijn zuster Sophia Johanna Louise KAGENAAR, echtgenoote van L. HAAGMAN, geboren 22 October 1893 te Rotterdam, vertoefde eenige ochtenden in de week als hulp in de huishouding bij de familie TREURE – van Dijk aan de Laan van Nieuw Oost Indië 157 alhier. Ook op Zaterdag 3 Maart 1945 bevond zij zich in vorenbedoeld perceel, dat bij het toen plaats gehad hebbende bombardement een voltreffer kreeg. Omdat mijn zuster sedert dien dag werd vermist, heb ik mij in verbinding gesteld met de heeren Ir. van DONGEN en Ir. GRAVENDEEL en zijn wij op Maandag 10 Maart gedrieën gaan graven, naar de overblijfselen van mijn zuster. Uit de verklaringen van de dames TREURE, was mij bekend geworden, dat zij zich tijdens het bombardement met zekerheid moest hebben bevonden in de zitkamer, welke aan de straatkant is geleden. Wij hebben dan ook speciaal in die richting gezocht en op 22 Maart 1945 vonden wij in den erker van deze voorkamer een aantal beenderen, alsmede eenige gespen van corset-jarretelles en een klein dameshaarkammetje en eenige schuifspelden. Ik vernam van mejuffrouw Nellie TREURE, dat haar moeder dergelijke spelden en haarkam nimmer droeg. Ik heb deze beenderenresten getoond aan dokter P. van Dijk, die met zekerheid kon verklaren, dat zij afkomstig waren van een vrouwelijk wezen. Ik ben er dan ook zeker van, dat de door ons gevonden resten afkomstig zijn van mijn moeder Sophia J.L. HAAGMAN – Kagenaar. Ik heb deze resten verpakt in een kartonnen doos en heb daarop geschreven: S.J.L. HAAGMAN – Kagenaar, restanten gevonden d.d. 22-3-’45 en heb daarachter mijn paraaf geplaatst. Ik overhandig U deze stoffelijke resten en verzoek tevens wederom in het bezit te worden gesteld van het stoffelijk overschot van mijn zuster, teneinde dit te kunnen doen bijzetten in het familiegraf. Ik begrijp , dat door de familie overigens geen enkel recht kan worden ontleend aan een eventueele inwilliging van het verzoek tot begraven van het stoffelijke overschot van Sophia Johanna Louise HAAGMAN – Kagenaar.”

Media bestand