Als Dorit Schaeffer, die leerling-verpleegster was in het Apeldoornsche Bosch, op 16 februari 1943 naar Auschwitz wordt gedeporteerd, ontmoet ze daar haar op dat moment nog levende oud-collega’s Roosje Manassen, Betje Zilverberg en Rozine de Vries weer. Zij vertellen haar dat de meeste andere verpleegsters uit Apeldoorn al in de eerste of tweede week na aankomst in Auschwitz zijn omgebracht of zelfmoord hebben gepleegd.
Fragmenten uit de naoorlogse verklaring van Dorit zijn te vinden in het hoofdstuk ‘Het dossier van het Apeldoornsche Bos’, geschreven door Raymund Schütz en Guus Luijters in het boek De deportaties uit Nederland 1940-1945: Portretten uit de archieven (Amsterdam 2017) blz. 111-133.
Verhaal