Mijn grootvader's officiële naam was Theodor en zijn Joodse naam was Tuvia (Tobias), geboren op 13 Januari 1891 in Sanok, en vermoord op 4 Februari 1945. Het kan zijn dat hij zich in Duitsland & Holland officieel als Tobias heeft laten registreren op basis van de documenten van de Joodse gemeente uit Sanok.
Sanok lag in die tijd in het Austro-Hongaarse rijk van Keizer Franz-Joseph, ligt tussen Cracow en Lvov dicht bij de Tsjechische grens. Hij was de oudste zoon van Avraham Yaakov Hirschman (1864-1930) & Gittla Sprecher, die leefden van een kruideniers zaak. (bron: Sanok archief)
Theodor heeft Sanok verlaten op 18 jarige leeftijd (1909) omdat hij anders in het Austro-Hongaarse leger had moeten dienen. (dezelfde reden waarom ik in 1971 gelijk naar mijn studie ben geëmigreerd naar Israël!) Hij kreeg een paspoort op de meisjes naam van zijn moeder, omdat zijn ouders alleen voor de rabbijn getrouwd waren. In die tijd was het namelijk erg duur om zich officieel te registreren voor een huwelijk. Later zijn zijn ouders wél officieël als man & vrouw geregistreerd, en daarom zijn de jongere kinderen van Avraham Yaakov Hirschman & Gittla Sprecher allemaal Hirschman genaamd. Theodor is ook later door zijn vader officieel erkend als zijn zoon.
Theodor kwam naar Lubeck, Duitsland, omdat hij daar waarschijnlijk familie of kennissen had. Later is hij naar Dortmund gegaan, waar hij Cilly Redner ontmoette die daar op bezoek was (waarschijlijk geschadchend). Zij zijn getrouwd in Dortmund op 4 Februari 1914, en daar is Robert (Bob) Isidor Sprecher op 16 October 1915 geboren. Theodor heeft daar een kleding zaak geopend.
Mijn grootvader Theodor had 4 jongere broers en een zus:
- Aryeh (Leib) Hirschman (1892-1977), naar Israël geëmigreerd en getrouwd met Frieda Lieber.
- Naftali (Tulek) Hirschman (1894-1932), getrouwd met Sabina.
- Dochter Perla (Pepi) Hirschman (1898 – 1943), getrouwd met Eliezer (Luzer) Korach. Zij hebben in Holland gewoond en zijn met hun dochter Jetty vermoord in de oorlog.
- Fishel Hirschman ( 1900-1944), getrouwd met Vita Rauch.
- (Elek, Eliasz) Eliyahu (1911-2001), in de oorlog noemde hij zich Joseph Dvorzak, na de oorlog naar Israël geëmigreerd en getrouwd met Ilana.
Mijn grootmoeder's officiele naam was Cilly Redner, Joodse naam Tsippora (Cipra), geboren op 7 Mei 1889 in Kniazdwor (Romanie) nabij Kolomeyya (Oekraine) in de Bukovina regio. Haar moeder was Friederike Sara Redner (geboren 14 Januari 1862). Haar vader is vroeg gestorven en Frederike is opnieuw getrouwd. Cilly's ouders hadden een boerenbedrijf.
Van de eerste man van Frederike stammen de kinderen Cilly en Adolf Redner (zelfde verhaal, alléén voor de rabbijn getrouwd), en van de tweede man stammen Moses Redner (geboren 25 Mei 1896) die wij Onkel Moosje noemden, en Jetty Redner, die wij Tante Jetty uit Parijs noemden.
In de Eerste Wereldoorlog diende Theodor in het Duitse leger (een kantoorbaan, want hij kon lezen en schrijven). Nadat Bob geboren is heeft hij zijn vrouw naar Nederland weten te sturen vanwege de voedsel schaarste, terwijl Nederland neutraal was. Later hoorde hij dat zijn legeronderdeel naar de loopgraven gestuurd zou worden en is gedeserteerd (levensgevaarlijk in oorlogstijd) en via smokkelaars ook naar Nederland gekomen.
In Holland ging Theodor eerst werken in de melkfabriek “De Sierkan” in Scheveningen aan de Prins Willemstraat. Later ging hij naar Delft om gebruikte kleding op te kopen van studenten die geld nodig hadden (hij was daar bekend als de man met de gouden tand). Cilly knapte die kleren op en verkochten ze vanuit Bob's kinderwagen op de tweedehands kleding markt.
Rond 1918 huurde ze een winkel in de Hemsterhuisstraat 199 en verkochten daar tweedehands kleding ("In en Verkoop van tweedehands goederen"). Later in 1924 verhuisde de winkel naar de Witte de Witstraat 20 ("Maison Sprecher, Heeren Kleeding 1e Klas, reparaties & persen, spoedig en billijk, Kleeding naar Maat") waar ze begonnen nieuwe kleding te verkopen, vervolgens in 1926 naar de Piet Heinstraat 68 ("Gentlemen House").
Enige tijd hadden ze twee winkels, maar sloten de winkel in de Witte de Witstraat en kochten in 1933 het huis met winkel in de Piet Heinstraat 27/29 ("Sprecher's Kleding, Gentlemen House"). En al op 26 Februrari 1926 was hun tweede kind geboren, mijn vader, Jozef Sprecher, die doorgaans Joop genoemd werd.
Mijn overgrootmoeder Friederike Sara Redner is van 3 Januari 1927 tot 15 Mei 1929 in Holland geweest en heeft onder andere bij mijn grootouders in Den Haag gelogeerd, die al in 1914 naar Holland (statenloos) kwamen, maar pas op 8 October 1925 een brief aan de koningin stuurden met het verzoek Hollandse nationaliteit te krijgen. En die kregen ze pas eind 1931/begin 1932. (Ik denk ook dat ze pas in 1920 ingeschreven werden op adres Hemsterhuisstraat omdat dat nodig was om een een winkel te mogen openen, tot die tijd waren zij waarschijnlijk "illegaal").
Na alle Duitse verordeningen, beginnende met de verplichte ariër-verklaring van October 1940 tot en met de meldings plicht voor Joden op 10 Januari 1941 - waaraan ze niet van plan waren te voldoen - begrepen Joop's ouders dat het tijd werd om onder te duiken. Ondertussen moesten ze hun zaak al overdoen aan een "Verwalter" die ervoor zorgde dat de hele zaak gewoon leeg gehaald werd.
Cilly & Theodor zijn op 14 Juli 1944 op hun onderduik adres in Den Haag verraden (de zoon van de hospita blufte in een café dat zijn moeder joden verborg), en overgebracht naar de Arnhemse gevangenis, verhoord, waarschijnlijk onder marteling, om de verblijfplaats van hun kinderen te weten te komen, doorgestuurd naar Westerbork waar Theodor in een strafbarak terecht kwam, en op 3 September 1944 met een van de laatste transporten werd doorgestuurd naar Auschwitz. Cilly kwam in Auschwitz in het vrouwenkamp terecht en is al snel daarna (op 6 September 1944 volgens Hollandse archieven) overleden, waarschijnlijk aan bevroren ledematen na de verschrikkelijk koude 3-dagen durende treinreis in veewagons in de winter, ofwel onmiddellijk bij aankomst in Auschwitz vermoord in de gaskamers.
Cilly's halfbroer Moses Redner is in 1924 naar Israël geëmigreerd en heeft op weg in Holland (tussen 26 November 1924 tot 5 Januari 1925) leren kaas maken; hij was getrouwd met Lea, en was lid van een agrarische moshav Balfouria in het toenmalige Palestina. Cilly's halfzuster Jetty Redner was getrouwd met Jacob Lips, woonden in Parijs en leefden van hun textiel atelier. Zij hadden twee zonen, Harry & Ady Lips
In Duitsand woonde een neef van Cilly genaamds Julius Redner, die kans zag in 1939 naar Holland te komen. Hij mocht echter van de Hollandse autoriteiten niet bij Theodor inwonen, en moest naar een opvangkamp voor Duitse immigranten in de buurt van Hoek van Holland. De inwoners van dat kamp zijn na de Duitse inval door de Duitsers overgeplaatst naar Westerbork om het kamp te bouwen. Hij schreef vanuit het kamp aan Theodor dat hij begreep dat ze een doorgangskamp aan het bouwen waren voor de Hollandse Joden. Hij heeft nog kans gezien om te trouwen in Westerbork, en is daarna naar het oosten gestuurd en niet meer terug gekomen.
Na de oorlog hoorden mijn ouders o.a. van Annie Kupferschmidt, die terug is gekomen, dat Cilly, die overigens een sterke energieke vrouw was, aan bevroren ledematen ten onder is gegaan.
Van een dokter Eddie de Wind, die ook terug is gekomen, hoorden ze dat hij Theodor in Auschwitz ontmoet heeft, begin 1945. Hij beschreef dat Theodor apatisch was en alleen nog maar hoopte dat zijn zoons er door heen zouden komen. Er was nog een andere getuigenis dat Theodor Auschwitz overleefd zou hebben, maar op 4 Februari 1945 ten onder gegaan is op een dodenmars, die op 18 Januari 1945 vanuit Auschwitz begon, richting Duitsland.
Mijn oom Robert (Bob) Isidor Sprecher (1915-2002) is getrouwd met Vera Paygin. Ze hebben kans gezien in de oorlogstijd Holland te ontvluchten en zijn via Zuid-Frankrijk, Spanje, Portugal en Suriname uiteindelijk in Arlington VA. in Amerika terecht gekomen.
Mijn vader Jozef (Joop) Sprecher (Den Haag 26-02-1920 – Amsterdam 8-10-2001) is op 20 Februari 1946 getrouwd met mijn moeder Julie (Jetty) Kattenburg (Amsterdam 16-5-1922 – Amstelveen, 5-2-2019). Zij noemden hun ouders Pappa & Mutti.